Zij woonde in de sloppen van 't oude Amsterdam
Waar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwam
Gedreven door de armoe werd zij prostituee
En voor een hand vol centjes ging zij met ieder mee
Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straat
Haar lichaam moest verkopen in 't donker 's avonds laat
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Maar toen kwam in haar leven een jonge blonde held
Hij hield wel veel van Keetje maar meer hield hij van geld
Zij gaf hem al haar liefde, maar hij bleef haar niet trouw
Want hij zei tegen Keetje: "Ik neem een rijke vrouw"
Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straat
Haar lichaam moest verkopen in 't donker 's avonds laat
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Toen moest zij weer de straat op, 't was daar dat zij hem zag
Tijdens de revolutie, gewond als hij daar lag
Het was een man van adel, hij stierf al na een jaar
Zijn huis en al z'n rijkdom vermaakte hij aan haar
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Waar nooit een zonnestraaltje haar venster binnenkwam
Gedreven door de armoe werd zij prostituee
En voor een hand vol centjes ging zij met ieder mee
Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straat
Haar lichaam moest verkopen in 't donker 's avonds laat
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Maar toen kwam in haar leven een jonge blonde held
Hij hield wel veel van Keetje maar meer hield hij van geld
Zij gaf hem al haar liefde, maar hij bleef haar niet trouw
Want hij zei tegen Keetje: "Ik neem een rijke vrouw"
Haar naam was Keetje Tippel omdat zij op de straat
Haar lichaam moest verkopen in 't donker 's avonds laat
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Toen moest zij weer de straat op, 't was daar dat zij hem zag
Tijdens de revolutie, gewond als hij daar lag
Het was een man van adel, hij stierf al na een jaar
Zijn huis en al z'n rijkdom vermaakte hij aan haar
Zij leefde van de zonden maar toch was zij niet slecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht
Daarom kwam Keetje Tippel aan 't eind nog goed terecht