Ik had eens een meisje met oogjes zo trouw
Zo helder dat je er kon doorzien
Met een hartje vol waarheid van het edelste goud
Ze kon er alleen maar mee afzien
Ze was altijd verlegen en meestal bedeesd
En ze rilde bij elke streling
Als een lichtgevend elfje vloog ze rond in m'n geest
En haalde mij uit m'n grijze verveling
We speelden een tijdje tussen wolkjes van dons
Ze gaf haar hart en haar glimlach aan mij
En de realiteit lag ver achter ons
En het licht van de maan was heel dichtbij
We waren niet vrij al van bij het begin
Z' had al iemand om mee te spelen
En regelrecht tegen haar gevoelens in
Wou ze mij ook van niemand stelen
En wat ik niet kon dat kon zij dus wel
Zij hakte de knoop doormidden
En we vielen meteen naar de donkerste hel
De smaak van het afscheid was bitter
Net voor ik wegging heeft ze mij nog gezegd
Je zou beter bij mij niet meer komen
Het doorboorde m'n hart maar met innig respect
Heb ik buigend m'n hoed afgenomen
De dappere krijger met z'n harnas van staal
Die haar z'n leven wou geven
Droop hulpeloos af zonder pracht en praal
En stond op z'n benen te beven
M'n vrienden vertellen 'iedereen heeft je graag'
Je zal haar wel spoedig vergeten
Ik zei 'roem en glorie zijn goed voor m'n maag'
Maar daar kan m'n ziel niet van eten
Zo helder dat je er kon doorzien
Met een hartje vol waarheid van het edelste goud
Ze kon er alleen maar mee afzien
Ze was altijd verlegen en meestal bedeesd
En ze rilde bij elke streling
Als een lichtgevend elfje vloog ze rond in m'n geest
En haalde mij uit m'n grijze verveling
We speelden een tijdje tussen wolkjes van dons
Ze gaf haar hart en haar glimlach aan mij
En de realiteit lag ver achter ons
En het licht van de maan was heel dichtbij
We waren niet vrij al van bij het begin
Z' had al iemand om mee te spelen
En regelrecht tegen haar gevoelens in
Wou ze mij ook van niemand stelen
En wat ik niet kon dat kon zij dus wel
Zij hakte de knoop doormidden
En we vielen meteen naar de donkerste hel
De smaak van het afscheid was bitter
Net voor ik wegging heeft ze mij nog gezegd
Je zou beter bij mij niet meer komen
Het doorboorde m'n hart maar met innig respect
Heb ik buigend m'n hoed afgenomen
De dappere krijger met z'n harnas van staal
Die haar z'n leven wou geven
Droop hulpeloos af zonder pracht en praal
En stond op z'n benen te beven
M'n vrienden vertellen 'iedereen heeft je graag'
Je zal haar wel spoedig vergeten
Ik zei 'roem en glorie zijn goed voor m'n maag'
Maar daar kan m'n ziel niet van eten