Elke man gaf haar een schok,
zo schuchter was ze en zo bang.
En ze droeg een minirok,
van anderhalve meter lang.
Eens kwam een vrijer bij haar aan,
die liet ze in z'n hempie staan.
Hij brulde "schat ik hou van jou,
kom nou eens hier, doe niet zo flauw".
Maar Mien zat in haar nachtjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien,
Mien waar zit je hoehoe Mien.
Maar Mien zat in haar nachtjapon,
achter de rododendron.
Mien!!!
Hij was uitgekookt genoeg
en groef een valkuil voor haar deur.
Waarin hij haar ten huwelijk vroeg,
in maneschijn en rozegeur.
En voor 't altaar met z'n bruid,
klonk eindelijk zijn jawoord luid.
Het hare was niet te verstaan,
ze was er stil vandoor gegaan.
Maar Mien zat in haar trouwjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien.
Mien waar zit je hoehoe Mien
Maar Mien zat in haar trouwjapon,
achter de rododendron.
Mien!!!
Maar hij vond haar al weer gauw,
en toen hij haar had thuisgebracht.
Zei 'ie "schat, je bent mijn vrouw,
en dit wordt onze huwelijksnacht".
Maar bij 't bed schrok ze zicht dood,
haar huwelijkspartner die stond bloot.
Verwachtingsvol lag hij in bed,
maar Mien schoot heen als een raket.
Mien zat zonder nachtjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien,
Mien waar zit je hoehoe Mien
Maar Mien zat zonder nachtjapon,
achter de rododendron
achter de rododendron
achter de rododendron
Mien hoehoe!!!
zo schuchter was ze en zo bang.
En ze droeg een minirok,
van anderhalve meter lang.
Eens kwam een vrijer bij haar aan,
die liet ze in z'n hempie staan.
Hij brulde "schat ik hou van jou,
kom nou eens hier, doe niet zo flauw".
Maar Mien zat in haar nachtjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien,
Mien waar zit je hoehoe Mien.
Maar Mien zat in haar nachtjapon,
achter de rododendron.
Mien!!!
Hij was uitgekookt genoeg
en groef een valkuil voor haar deur.
Waarin hij haar ten huwelijk vroeg,
in maneschijn en rozegeur.
En voor 't altaar met z'n bruid,
klonk eindelijk zijn jawoord luid.
Het hare was niet te verstaan,
ze was er stil vandoor gegaan.
Maar Mien zat in haar trouwjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien.
Mien waar zit je hoehoe Mien
Maar Mien zat in haar trouwjapon,
achter de rododendron.
Mien!!!
Maar hij vond haar al weer gauw,
en toen hij haar had thuisgebracht.
Zei 'ie "schat, je bent mijn vrouw,
en dit wordt onze huwelijksnacht".
Maar bij 't bed schrok ze zicht dood,
haar huwelijkspartner die stond bloot.
Verwachtingsvol lag hij in bed,
maar Mien schoot heen als een raket.
Mien zat zonder nachtjapon,
achter de rododendron.
Alwaar hij haar niet vinden kon,
zomaar weg zonder pardon.
Heeft u haar soms gezien misschien,
Mien waar zit je hoehoe Mien
Maar Mien zat zonder nachtjapon,
achter de rododendron
achter de rododendron
achter de rododendron
Mien hoehoe!!!