Hij fietst door de stad
Op een ouwe racefiets
Hij is niet meer zo kliek
En hij gaat ook niet zo snel
Maar stel je eens voor
Als de Romeinen komen
Dan trekt hij ten strijd
Zonder geld en zonder spijt
Refrein:
Wie is toch die man?
Dat is Willem Koopman
Ooit was hij de man
Van het wielerparcour
Hij was de held van Rotterdam
De hemel kleurt paars
En er kan hem niks gebeuren
De trein raast maar door
Op de eindeloze reis
Ooit komt er een dag
En dan is die weer een winnaar
Tot dan heeft hij niets
Slechts het leven en zijn fiets
Refrein:
Wij is toch die man?
Dat is Willem Koopman
Ooit was hij de man
Van het wielerparcour
Hij was de held van Rotterdam
Ze ken hem wel
Van Kaat Mossel tot Erasmus
Die staan even stil
Maakt voor Willem geen verschil
Hij denkt aan de tijd
Op de tandem met Jan Jansen
Om geschiedenis
Van wie is was en wie hij is.
Op een ouwe racefiets
Hij is niet meer zo kliek
En hij gaat ook niet zo snel
Maar stel je eens voor
Als de Romeinen komen
Dan trekt hij ten strijd
Zonder geld en zonder spijt
Refrein:
Wie is toch die man?
Dat is Willem Koopman
Ooit was hij de man
Van het wielerparcour
Hij was de held van Rotterdam
De hemel kleurt paars
En er kan hem niks gebeuren
De trein raast maar door
Op de eindeloze reis
Ooit komt er een dag
En dan is die weer een winnaar
Tot dan heeft hij niets
Slechts het leven en zijn fiets
Refrein:
Wij is toch die man?
Dat is Willem Koopman
Ooit was hij de man
Van het wielerparcour
Hij was de held van Rotterdam
Ze ken hem wel
Van Kaat Mossel tot Erasmus
Die staan even stil
Maakt voor Willem geen verschil
Hij denkt aan de tijd
Op de tandem met Jan Jansen
Om geschiedenis
Van wie is was en wie hij is.