De stoker, Hein de Bruin
Die had een stukkie tuin
Zoo'n volkstuintje, met kool en anjelieren
Eens groef hij in de grond
Toen hij een muntje vond
Een geldstuk uit den tijd der Batavieren
Hein dacht direct: "Ik ga
Naar Madame Sylvia
Hier leit beslist een schat, mijn kans staat prachtig!"
En toen de slaapster sliep
Toen zei ze: "Graaf maar diep
Ik krijg van u de somma van drie-tachtig!"
En Hein groef stiekum iederen nacht
Maar 't nieuws vloog naar de Lindengracht
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
Hein werd door heel de buurt
Wantrouwig nagegluurd
Zijn nacht'lijke doen bracht tongen aan het roeren
Ze zwierven om het gat
Dat Hein gegraven had
Of lagen achter 'n struik naar hem te loeren
Wie naar z'n volkstuin ging
Nam ter beveiliging
Het broodmes mee, als was daar wat te vreezen
Als Hein een pakje droeg
Dan zei men luid genoeg:
"Dat zal wel weer een kinderlijkie wezen!"
Men smoesde zoo maar op de gis:
"Bepaald artikel zoveel bis"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
De fantasie ging voort
Men kwam van kindermoord
Geleidelijk op meer volwassen dooien
Men kwam tot dit besluit:
Hij gaat met meissies uit
Om ze na afloop in die kuil te gooien
Toen, op een nacht bij een
Kreet eensklaps tante Leen:
"Waar zou mijn dochter blijven. O, verbeeld je!
Ze zei vanavond: "Moe
'k Ga naar Tuschinski toe"
Ik zoek me gek en nergens zie ik Neeltje!"
De melkboer roep: "Direct naar Hein!
Dit zal zijn laatste l***moord zijn!"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
Hein groef bedaard naar goud
Toen eensklaps een stuk hout
Hem velde, en een stem riep: "Maagdenrover!
Je schurkenspel is uit
Graaf op je laatste bruid!
Geef de restanten van het meissie over!"
De slager trok zijn mes
De melkboer greep een flesch
Heins uiterlijk werd lichteliik geschonden
Toen eind'lijk het schlemiel
Dan van zijn stokke viel
Kwam plots de tijding: "Neeltje is gevonden!"
Toen Hein ter plaatse gaf de geest
Zei men: " 't Is een abuis geweest!"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein...
Die had een stukkie tuin
Zoo'n volkstuintje, met kool en anjelieren
Eens groef hij in de grond
Toen hij een muntje vond
Een geldstuk uit den tijd der Batavieren
Hein dacht direct: "Ik ga
Naar Madame Sylvia
Hier leit beslist een schat, mijn kans staat prachtig!"
En toen de slaapster sliep
Toen zei ze: "Graaf maar diep
Ik krijg van u de somma van drie-tachtig!"
En Hein groef stiekum iederen nacht
Maar 't nieuws vloog naar de Lindengracht
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
Hein werd door heel de buurt
Wantrouwig nagegluurd
Zijn nacht'lijke doen bracht tongen aan het roeren
Ze zwierven om het gat
Dat Hein gegraven had
Of lagen achter 'n struik naar hem te loeren
Wie naar z'n volkstuin ging
Nam ter beveiliging
Het broodmes mee, als was daar wat te vreezen
Als Hein een pakje droeg
Dan zei men luid genoeg:
"Dat zal wel weer een kinderlijkie wezen!"
Men smoesde zoo maar op de gis:
"Bepaald artikel zoveel bis"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
De fantasie ging voort
Men kwam van kindermoord
Geleidelijk op meer volwassen dooien
Men kwam tot dit besluit:
Hij gaat met meissies uit
Om ze na afloop in die kuil te gooien
Toen, op een nacht bij een
Kreet eensklaps tante Leen:
"Waar zou mijn dochter blijven. O, verbeeld je!
Ze zei vanavond: "Moe
'k Ga naar Tuschinski toe"
Ik zoek me gek en nergens zie ik Neeltje!"
De melkboer roep: "Direct naar Hein!
Dit zal zijn laatste l***moord zijn!"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein
Hein groef bedaard naar goud
Toen eensklaps een stuk hout
Hem velde, en een stem riep: "Maagdenrover!
Je schurkenspel is uit
Graaf op je laatste bruid!
Geef de restanten van het meissie over!"
De slager trok zijn mes
De melkboer greep een flesch
Heins uiterlijk werd lichteliik geschonden
Toen eind'lijk het schlemiel
Dan van zijn stokke viel
Kwam plots de tijding: "Neeltje is gevonden!"
Toen Hein ter plaatse gaf de geest
Zei men: " 't Is een abuis geweest!"
En heb je 't al gehoord van Hein de Bruin?
O, wat griezelig!
Die graaft bij nacht en ontij in zijn tuin
O, wat griezelig!
Als ieder slaapt, dan zie je Hein
Wroeten in de maneschijn
Dat kan geen zuiv're koffie zijn
Dat gepruts van Oome Hein...