Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt,
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
U heb ik nodig, Uw genade is
mijn enig licht in nacht en duisternis.
Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?
In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.
Blijf dicht bij mij
Heel dicht bij mij
Blijf mij nabij
O Jezus.
Houd, Heer, Uw kruis hoog voor mijn brekend oog,
licht in het duister, wijs de weg omhoog.
Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij,
In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.
Blijf dicht bij mij
Heel dicht bij mij
Blijf mij nabij
O Jezus.
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.
U heb ik nodig, Uw genade is
mijn enig licht in nacht en duisternis.
Wie anders zal mijn leidsman zijn dan Gij?
In nacht en ontij, Heer, blijf mij nabij.
Blijf dicht bij mij
Heel dicht bij mij
Blijf mij nabij
O Jezus.
Houd, Heer, Uw kruis hoog voor mijn brekend oog,
licht in het duister, wijs de weg omhoog.
Uw dag breekt aan, de schaduw gaat voorbij,
In dood en leven, Heer, wees Gij nabij.
Blijf dicht bij mij
Heel dicht bij mij
Blijf mij nabij
O Jezus.