Met mijn handen kan ik spelen op mijn snareninstrument
zotte deuntjes fantaseren op mijn fluitje van ne cent
met mijn handen kan ik dansen bovenop het tafelblad
ik kan kloppen op uw schoere, ik kan kletsen op uw gat
Met mijn handen kan ik roepen, ik maak nen trechter op mijn mond
ik kan onderste boven lopen, met mijn handen op de grond
met mijn handen kan ik vliegen lijk ne flieflotter in 't rond
klapwiekend lijk de kiekens, huppelend over de grond
Met mijn handen kan ik lonken en oneindig zoveel meer
naar de zevenden hemel u voeren, u verleiden keer op keer
met mijn handen kan ik strelen en u koesteren mijn kind
om uw zieltje te beschutten tegen hagel, weer en wind
Met mijn handen kan ik ballen tot twee vuisten bikkelhard
en dan op de muren boenken, doodziek en moegetart
in mijn handen kan ik schreien, bedrogen en afgesloofd
ik verduike mijn ogen en oren met mijn handen rond mijn hoofd
Met mijn handen kan ik spreken, zonder 't allerminst gerucht
deur simpelweg te wuiven geef ik tekens in de lucht
met mijn handen kan ik bouwen voor u een koninklijk paleis
of een schip met bolle zeilen, voor uwe levenslange reis
Met mijn handen kan ik slijpen en u een krone vol diamant
tien ringen zal ik u smeden, dat is vijve aan iederen hand
met mijn handen kan ik spinnen tere draadjes van satijn
en 't schoonste kleedj' u weven, smachtend in de maneschijn
Met mijn handen kan ik smeken, dat den hemel mij behoedt
dat ik nooit geen wapen drage, aan mijn handen nooit geen bloed
laat mijn handen liever zegenen en u genezen van 't verdriet
daarom spelen we nog eigenhandig een refreintje bij dit lied
zotte deuntjes fantaseren op mijn fluitje van ne cent
met mijn handen kan ik dansen bovenop het tafelblad
ik kan kloppen op uw schoere, ik kan kletsen op uw gat
Met mijn handen kan ik roepen, ik maak nen trechter op mijn mond
ik kan onderste boven lopen, met mijn handen op de grond
met mijn handen kan ik vliegen lijk ne flieflotter in 't rond
klapwiekend lijk de kiekens, huppelend over de grond
Met mijn handen kan ik lonken en oneindig zoveel meer
naar de zevenden hemel u voeren, u verleiden keer op keer
met mijn handen kan ik strelen en u koesteren mijn kind
om uw zieltje te beschutten tegen hagel, weer en wind
Met mijn handen kan ik ballen tot twee vuisten bikkelhard
en dan op de muren boenken, doodziek en moegetart
in mijn handen kan ik schreien, bedrogen en afgesloofd
ik verduike mijn ogen en oren met mijn handen rond mijn hoofd
Met mijn handen kan ik spreken, zonder 't allerminst gerucht
deur simpelweg te wuiven geef ik tekens in de lucht
met mijn handen kan ik bouwen voor u een koninklijk paleis
of een schip met bolle zeilen, voor uwe levenslange reis
Met mijn handen kan ik slijpen en u een krone vol diamant
tien ringen zal ik u smeden, dat is vijve aan iederen hand
met mijn handen kan ik spinnen tere draadjes van satijn
en 't schoonste kleedj' u weven, smachtend in de maneschijn
Met mijn handen kan ik smeken, dat den hemel mij behoedt
dat ik nooit geen wapen drage, aan mijn handen nooit geen bloed
laat mijn handen liever zegenen en u genezen van 't verdriet
daarom spelen we nog eigenhandig een refreintje bij dit lied