Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
Het leger sloeg zen tenten op voor Alkmaar in het veld.
en zolang geen vijand zich liet zien was iedereen een held.
De kroeg werd als strategisch punt door het hoofdkwartier bezet.
De officier brulde: Jan god speel op je trompet!
Ze werden wakker in de goot in de morgen eer en koud
maar Jan Klaassen sliep in de armen van de dochter van de schout.
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hard en ziel!
De prins trok op inspectie tot de majoor van de compagnie
Ik zag hier alle stukken wel van mijn artillerie,
Ja zelfs dat kleine in uw kraag en dat blonde in uw bed.
Maar waar zit das stuk ongeluk van een Jan met zen trompet?
en niemand die Jan Klassen zag die bij de stadspoort zat
en honderd liedjes speeldde voor de kind'ren van de stad.
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
Jan Klaassen zei: Vaarwel mijn lief ik zie je volgend jaar.
Wanneer de lente terugkomt zijn wij weer bij elkaar.
De winter ging,
De zomer kwam
De oorlog was voorbij.
Maar het leger is nooit teruggekeerd van de Mokerhei.
Geen mens die van Jan Klaassen ooit iets teruggevonden heeft
maar alle kinderen kennen hem,
hij is niet dood, Hij leeft!
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
Het leger sloeg zen tenten op voor Alkmaar in het veld.
en zolang geen vijand zich liet zien was iedereen een held.
De kroeg werd als strategisch punt door het hoofdkwartier bezet.
De officier brulde: Jan god speel op je trompet!
Ze werden wakker in de goot in de morgen eer en koud
maar Jan Klaassen sliep in de armen van de dochter van de schout.
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hard en ziel!
De prins trok op inspectie tot de majoor van de compagnie
Ik zag hier alle stukken wel van mijn artillerie,
Ja zelfs dat kleine in uw kraag en dat blonde in uw bed.
Maar waar zit das stuk ongeluk van een Jan met zen trompet?
en niemand die Jan Klassen zag die bij de stadspoort zat
en honderd liedjes speeldde voor de kind'ren van de stad.
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
Jan Klaassen zei: Vaarwel mijn lief ik zie je volgend jaar.
Wanneer de lente terugkomt zijn wij weer bij elkaar.
De winter ging,
De zomer kwam
De oorlog was voorbij.
Maar het leger is nooit teruggekeerd van de Mokerhei.
Geen mens die van Jan Klaassen ooit iets teruggevonden heeft
maar alle kinderen kennen hem,
hij is niet dood, Hij leeft!
Jan Klaassen was trompetter in het leger van de prins.
Hij marcheerde van den helder tot den briel.
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!
Hij had geen geld
en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!