[Verse 1:]
Vandaag is zij zo teder en zo lief
Ze praat veel over samen zijn
Ze vindt zichzelf zo passen bij mij
Maar morgen. Nee morgen weet je het niet
Dan kan ze zo onaardig zijn
Ik wil alleen een lieve man zijn
Tussen passie en verdriet. Verlangen en weer niet
Ik wil haar zien. Ik wil haar mijden
En zij vindt alles prima zo. Blijkbaar alles prima zo. Zij
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt
[Verse 2:]
Zoveel keren aan dezelfde steen. Mijn geduld is op
Alle redenen om te gaan. Maar er is iets dat mij doet blijven
Mijn hoop is dat ze zelf gaat. Maar ik hoop van niet
Ik wil breken, maar het breekt me op. Mijn mooie duivelin
Zij kan mij zo verblijden. En zo misleiden
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt
[Verse 3:]
Zo verstrikt geraakt in de naam van liefde
Zo bang te gaan. Ik wil haar niet verliezen
Zij speelt haar rol, zo sluw, ze is me veels te snel af
Maar als zij verliest laat ik haar winnen
Tussen passie en verdriet. Verlangen en weer niet
Ik wil haar zien. Ik wil haar mijden
Verbannen en gedoogd. Mijn leven en mijn dood
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt
Vandaag is zij zo teder en zo lief
Ze praat veel over samen zijn
Ze vindt zichzelf zo passen bij mij
Maar morgen. Nee morgen weet je het niet
Dan kan ze zo onaardig zijn
Ik wil alleen een lieve man zijn
Tussen passie en verdriet. Verlangen en weer niet
Ik wil haar zien. Ik wil haar mijden
En zij vindt alles prima zo. Blijkbaar alles prima zo. Zij
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt
[Verse 2:]
Zoveel keren aan dezelfde steen. Mijn geduld is op
Alle redenen om te gaan. Maar er is iets dat mij doet blijven
Mijn hoop is dat ze zelf gaat. Maar ik hoop van niet
Ik wil breken, maar het breekt me op. Mijn mooie duivelin
Zij kan mij zo verblijden. En zo misleiden
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt
[Verse 3:]
Zo verstrikt geraakt in de naam van liefde
Zo bang te gaan. Ik wil haar niet verliezen
Zij speelt haar rol, zo sluw, ze is me veels te snel af
Maar als zij verliest laat ik haar winnen
Tussen passie en verdriet. Verlangen en weer niet
Ik wil haar zien. Ik wil haar mijden
Verbannen en gedoogd. Mijn leven en mijn dood
[Refrein:]
Zij is de duivel. Maar dat kan je zo niet zien
En iedereen geeft haar een tien
Zij. Zij is een duivel. Ja ze lijkt zo leuk zo lief
Maar pas op want schijnt bedriegt