Schat, als ik langs kom en je ligt op me te wachten
daar op de bank, je benen wijd, je ogen dicht,
dan raad ik een voor een je vunzige gedachten
aan die te natte geile lach op je gezicht.
Je komt omhoog, maar ik zeg: nee nee nee je mag niet opstaan.
Je smeekt me: liefste, kleed je uit, ik wil je zien.
Ik geef gehoor aan je bevel maar houd m'n slip aan,
zodat het straks nog extra spannend wordt, misschien.
Je draait je om, je steekt je poepertje de lucht in.
Alsof je zeggen wilt: ben ik al aan de beurt?
en ik duw zonder boe of bah m'n neus die schacht in
die sleuf die naar kaneel en boterbloemen geurt.
Je kromt je rug, je spant je in, begint te zuchten,
maar ik bevroed daarbinnen plotsklaps een gevaar.
Ik krijg geen adem meer, ik voel dat ik moet luchten,
want jij houdt veel te stijf je billen bij elkaar.
Je kreunt zo hard, je hoort niet mijn gesmoorde kreten.
Als ik je sla of krab, vind jij 't alleen maar fijn.
'k Raak in paniek, m'n hele lijf begint te zweten
Dit is niet waar, dit kan toch niet m'n einde zijn?
Ten einde raad sla ik met vuisten op je billen
Ik grijp van onder, knijp je borsten zowat fijn.
Maar jij kreunt des te harder en plots na een stilte,
hoor ik een kreet, dat moet haast jouw o*****e zijn.
En dan ontspan je, en als een kurk die uit de fles springt,
word ik tegen de boekenkast getorpedeerd.
Je kijkt me aan met ogen waas van zilte zinnen
en vraagt nog hijgend: schatje, heb je je bezeerd?
Maar ik zeg: nee! en lieg hardop dat ik het fijn vond
dat ik genoten heb met heel mijn hart en ziel,
dat mijn o*****e zo intens was als 't maar zijn kon,
toen de hele Winkler Prins boven op me viel.
Dan zit je bij me en je likt m'n blauwe plekken
en mijn gedachten dwalen af naar vrouw en kind
en dan besef ik, en dat is nou juist het gekke,
dat ik 't bij m'n eigen vrouw toch het lekkerst vind
daar op de bank, je benen wijd, je ogen dicht,
dan raad ik een voor een je vunzige gedachten
aan die te natte geile lach op je gezicht.
Je komt omhoog, maar ik zeg: nee nee nee je mag niet opstaan.
Je smeekt me: liefste, kleed je uit, ik wil je zien.
Ik geef gehoor aan je bevel maar houd m'n slip aan,
zodat het straks nog extra spannend wordt, misschien.
Je draait je om, je steekt je poepertje de lucht in.
Alsof je zeggen wilt: ben ik al aan de beurt?
en ik duw zonder boe of bah m'n neus die schacht in
die sleuf die naar kaneel en boterbloemen geurt.
Je kromt je rug, je spant je in, begint te zuchten,
maar ik bevroed daarbinnen plotsklaps een gevaar.
Ik krijg geen adem meer, ik voel dat ik moet luchten,
want jij houdt veel te stijf je billen bij elkaar.
Je kreunt zo hard, je hoort niet mijn gesmoorde kreten.
Als ik je sla of krab, vind jij 't alleen maar fijn.
'k Raak in paniek, m'n hele lijf begint te zweten
Dit is niet waar, dit kan toch niet m'n einde zijn?
Ten einde raad sla ik met vuisten op je billen
Ik grijp van onder, knijp je borsten zowat fijn.
Maar jij kreunt des te harder en plots na een stilte,
hoor ik een kreet, dat moet haast jouw o*****e zijn.
En dan ontspan je, en als een kurk die uit de fles springt,
word ik tegen de boekenkast getorpedeerd.
Je kijkt me aan met ogen waas van zilte zinnen
en vraagt nog hijgend: schatje, heb je je bezeerd?
Maar ik zeg: nee! en lieg hardop dat ik het fijn vond
dat ik genoten heb met heel mijn hart en ziel,
dat mijn o*****e zo intens was als 't maar zijn kon,
toen de hele Winkler Prins boven op me viel.
Dan zit je bij me en je likt m'n blauwe plekken
en mijn gedachten dwalen af naar vrouw en kind
en dan besef ik, en dat is nou juist het gekke,
dat ik 't bij m'n eigen vrouw toch het lekkerst vind