Er ligt een tijdbom
onder de tafel.
Ik eet mijn bonen
en ik beef.
En mijn bewakers
eten m'n taart met een gouden lepel,
en houden mijn medicijnen
voor zichzelf.
Maar laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
En omdat die tijdbom
hier blijft liggen,
voer ik al jaren
niets meer uit.
En ondertussen
verdwijnt mijn tijd
hier op aarde.
Ik eet mijn bonen
en ik beef.
Maar laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Zalig zijn de armen van geest,
want ze weten niet wat ze doen.
Ze voorspelden het eind van de wereld,
en de wereld bleef bestaan.
De zon verzoop in de maan,
maar de wereld bleef bestaan.
En laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
onder de tafel.
Ik eet mijn bonen
en ik beef.
En mijn bewakers
eten m'n taart met een gouden lepel,
en houden mijn medicijnen
voor zichzelf.
Maar laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
En omdat die tijdbom
hier blijft liggen,
voer ik al jaren
niets meer uit.
En ondertussen
verdwijnt mijn tijd
hier op aarde.
Ik eet mijn bonen
en ik beef.
Maar laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Zalig zijn de armen van geest,
want ze weten niet wat ze doen.
Ze voorspelden het eind van de wereld,
en de wereld bleef bestaan.
De zon verzoop in de maan,
maar de wereld bleef bestaan.
En laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.
Ik leef onder de sterren
die jij ziet aan de hemel.
Laat mij nog iets weten,
je mag mij niet vergeten.