Het was in de tweede wereldoorlog
Een groep soldaten kwam terug van een patrouille
En arriveerde in een klein dorp
De volgende morgen, zondag
Ging een aantal van hen onder leiding van een sergeant, naar de kerk
Nadat de geestelijke een gebed had gelezen begon ie te preken
Die jongens die een kerkboek hadden haalden 't te voorschijn
Maar één van hen had alleen maar een spel kaarten bij zich
Dat ie voor zich uitspreidde
De sergeant zag wat ie deed en zei dat ie de kaarten weg moest doen
Na afloop van de dienst werd de soldaat gestraft
En bij de officier militaire politie gebracht
"Waarom heeft u 'm hier gebracht, sergeant?, vroeg de officier
"Hij zat te kaarten in de kerk, was het antwoord
"Wat heb je daar op te zeggen, knaap?, zei de luitenant
"Heel veel, was het antwoord van de bewuste soldaat
"Dat zullen we hopen, want als je geen deugdelijke reden hebt
Dan zal ik je strenger straffen dan wie ook"
De soldaat zei: "Luitenant, ik ben zes dagen op patrouille geweest
Ik had geen bijbel of kerkboek
Maar ik hoop u te kunnen overtuigen van de oprechtheid van m'n bedoelingen"
Nadat ie dit had gezegd, begon ie z'n verhaal
"Kijk, luitenant, als ik naar de aas van het spel kijk
Dan weet ik dat er maar één God is
En de twee vertelt me dat de bijbel in twee delen verdeeld is
Het oude en het nieuwe testament
Als ik de drie zie, dan denk ik aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
De vier herinnert me aan de vier evanchelisten die het woord predikten
Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes
De vijf doet me denken aan de vijf wijze maagden
Die hun lamp brandend hielden en gespaard bleven
Vijf van de tien waren dwaas en werden verstoten
De overige vijf bleven gespaard
Zes, dat zijn de zes dagen waarin God de hemel en de aarde heeft gemaakt
Zeven herinnert me aan de zevende dag, de rustdag
De acht doet me denken aan de acht mensen die gered werden toen de aarde vernietigd werd
Het waren Noach, z'n vrouw, z'n zonen en hun vrouwen
Bij de negen denk ik aan de melaatsen die onze Redder reinigde van de zonden
En negen van de tien bedankten 'm zelfs niet
Bij tien denk ik aan de tien geboden die Mozes op de stenen tafelen ontving
Zie ik de koning, dan weet ik dat er slechts één grote koning is
De vrouw herinnert me aan moeder Maria, koningin van de hemel
De boer van 't spel is de duivel
Als ik de tekens op de kaarten tel dan kom ik tot 365, de dagen van het jaar
Er zijn 52 kaarten, de weken van het jaar
Vier kleuren zijn er, vier weken in een maand
Er zijn twaalf kaarten met een afbeelding, dat wil dus zeggen:
Twaalf maanden in een jaar
Ook zijn er dertien troeven in een spel, dertien weken in een kwartaal
Ziet u, luitenant, m'n speelkaarten betekenen voor mij een bijbel
een almanak en een kerkboek tegelijk"
Beste mensen, dit was een waar verhaal
Ik weet het zeker, want die soldaat, dat was ik
Een groep soldaten kwam terug van een patrouille
En arriveerde in een klein dorp
De volgende morgen, zondag
Ging een aantal van hen onder leiding van een sergeant, naar de kerk
Nadat de geestelijke een gebed had gelezen begon ie te preken
Die jongens die een kerkboek hadden haalden 't te voorschijn
Maar één van hen had alleen maar een spel kaarten bij zich
Dat ie voor zich uitspreidde
De sergeant zag wat ie deed en zei dat ie de kaarten weg moest doen
Na afloop van de dienst werd de soldaat gestraft
En bij de officier militaire politie gebracht
"Waarom heeft u 'm hier gebracht, sergeant?, vroeg de officier
"Hij zat te kaarten in de kerk, was het antwoord
"Wat heb je daar op te zeggen, knaap?, zei de luitenant
"Heel veel, was het antwoord van de bewuste soldaat
"Dat zullen we hopen, want als je geen deugdelijke reden hebt
Dan zal ik je strenger straffen dan wie ook"
De soldaat zei: "Luitenant, ik ben zes dagen op patrouille geweest
Ik had geen bijbel of kerkboek
Maar ik hoop u te kunnen overtuigen van de oprechtheid van m'n bedoelingen"
Nadat ie dit had gezegd, begon ie z'n verhaal
"Kijk, luitenant, als ik naar de aas van het spel kijk
Dan weet ik dat er maar één God is
En de twee vertelt me dat de bijbel in twee delen verdeeld is
Het oude en het nieuwe testament
Als ik de drie zie, dan denk ik aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
De vier herinnert me aan de vier evanchelisten die het woord predikten
Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes
De vijf doet me denken aan de vijf wijze maagden
Die hun lamp brandend hielden en gespaard bleven
Vijf van de tien waren dwaas en werden verstoten
De overige vijf bleven gespaard
Zes, dat zijn de zes dagen waarin God de hemel en de aarde heeft gemaakt
Zeven herinnert me aan de zevende dag, de rustdag
De acht doet me denken aan de acht mensen die gered werden toen de aarde vernietigd werd
Het waren Noach, z'n vrouw, z'n zonen en hun vrouwen
Bij de negen denk ik aan de melaatsen die onze Redder reinigde van de zonden
En negen van de tien bedankten 'm zelfs niet
Bij tien denk ik aan de tien geboden die Mozes op de stenen tafelen ontving
Zie ik de koning, dan weet ik dat er slechts één grote koning is
De vrouw herinnert me aan moeder Maria, koningin van de hemel
De boer van 't spel is de duivel
Als ik de tekens op de kaarten tel dan kom ik tot 365, de dagen van het jaar
Er zijn 52 kaarten, de weken van het jaar
Vier kleuren zijn er, vier weken in een maand
Er zijn twaalf kaarten met een afbeelding, dat wil dus zeggen:
Twaalf maanden in een jaar
Ook zijn er dertien troeven in een spel, dertien weken in een kwartaal
Ziet u, luitenant, m'n speelkaarten betekenen voor mij een bijbel
een almanak en een kerkboek tegelijk"
Beste mensen, dit was een waar verhaal
Ik weet het zeker, want die soldaat, dat was ik