Ruim twee decennia op moeder aarde.
Een stipje in een grote werkelijkheid.
Dit leven heeft voor mij op zich niet zoveel waarde.
Een druppel in de zee. Het zuchten van de tijd.
Ik wil niet leven alsof ik altijd hier ben.
Met de dagen te krampachtig in mijn hand.
K'zie mensen jagen naar het goud van deze wereld.
Zonder te kijken naar de schoonheid van de overkant.
Refrein: Ik ben een vreemdeling. Ik voel me hier niet thuis.
Ik heb gereisd van oost naar west, maar mijn dorst werd niet gelest.
Ik ben een vreemdeling. Onderweg naar huis.
En ik leef en ik droom en ik geef nooit op. Want binnenkort zoek ik het hogerop.
Ik wil niet wennen aan dit spel van de waanzin.
Aan de leugens, de oorlog en de pijn.
Ik zal werken tot mijn allerlaatste adem
Maar ik verlang naar wat rust in het centrum van mijn zijn.
Refrein: Ik ben een vreemdeling. Ik voel me nergens thuis.
Ik heb gereisd van oost naar west, maar mijn dorst werd niet gelest.
Ik ben een vreemdeling. Onderweg naar huis.
En ik leef en ik droom en ik geef nooit op. Want binnenkort zoek ik het hogerop.
Brug: Ik ben niet gemaakt om voor altijd hier te blijven.
En ik droom soms stiekem van mijn Vaderland.
Een stipje in een grote werkelijkheid.
Dit leven heeft voor mij op zich niet zoveel waarde.
Een druppel in de zee. Het zuchten van de tijd.
Ik wil niet leven alsof ik altijd hier ben.
Met de dagen te krampachtig in mijn hand.
K'zie mensen jagen naar het goud van deze wereld.
Zonder te kijken naar de schoonheid van de overkant.
Refrein: Ik ben een vreemdeling. Ik voel me hier niet thuis.
Ik heb gereisd van oost naar west, maar mijn dorst werd niet gelest.
Ik ben een vreemdeling. Onderweg naar huis.
En ik leef en ik droom en ik geef nooit op. Want binnenkort zoek ik het hogerop.
Ik wil niet wennen aan dit spel van de waanzin.
Aan de leugens, de oorlog en de pijn.
Ik zal werken tot mijn allerlaatste adem
Maar ik verlang naar wat rust in het centrum van mijn zijn.
Refrein: Ik ben een vreemdeling. Ik voel me nergens thuis.
Ik heb gereisd van oost naar west, maar mijn dorst werd niet gelest.
Ik ben een vreemdeling. Onderweg naar huis.
En ik leef en ik droom en ik geef nooit op. Want binnenkort zoek ik het hogerop.
Brug: Ik ben niet gemaakt om voor altijd hier te blijven.
En ik droom soms stiekem van mijn Vaderland.