Jeanet de Bruin-Van Gelder
Oud tweeenveertig jaar
Kleur ogen: blauw en helder
Blondspoeling in haar haar
Is na haar eerste scheiding
Direct opnieuw getrouwd
Ze bracht hem in verleiding
Al was ie al wat oud
Hij zag in haar de lente
Compleet met ooievaar
Jeanet zag meer z'n centen
Champagne en kaviaar
Ze heeft zich uitgekleed en
Zag dat ie echt genoot
En voor ie het had geweten
Zat hij al in de boot
Jeanet zat op fluweel
Tenminste financieel
Ze had een limousine
En een huis met personeel
Ze had in haar systeem
Een onvoorzien probleem
En dat lag in het kort gezegd
Hoofdzakelijk seksueel
Haar nieuwe heer-gemaal
Was wel zeer muzikaal
Maar hij was volgens haar
Zo sensueel als een garnaal
Ze dacht al sinds een jaar
't Is geen geweldenaar
Als w'om ellef uur naar bed gaan
Is ie nooit voor zessen klaar
Nou kwam de warme bakker
Haast dagelijks aan de deur
Ze dacht: Die arme stakker
Leeft ook maar in een sleur
Zo hielp ze ook de slager
De jongen van de krant
En de tuinman en de jager
En de politiecommandant
Ook de pianostemmer
En toen het circus kwam
Stond ook de leeuwentemmer
Voor haar in vuur en vlam
Meneer De Bruin die werkte
En leefde zonder schroom
Waardoor ie niks bemerkte
Hij geloofde in zijn droom
Jeanet ging knap tekeer
Was dagelijks in de weer
Ze was en soort klaar-overtje
In het geslachtsverkeer
Ze stortte zich vol vuur
In elk nieuw avontuur
Maar 's avonds zat ze breiend
Met 'm bij het open vuur
Als hij behoefte had
Dan scrabbelden ze wat
Of speelden een spelletje
'Mens erger je niet'
Maar in het liefdesspel
Was hij niet meer in tel
En dat gaf hem af en toe wel eens
Een beetje stil verdriet
Jeanet de Bruin-Van Gelder
Tevreden met haar vangst
Ging rechtstreeks naar de kelder
Want eerlijk duurt het langst
't Geschiedde in die dagen
Meneer kwam eens vroeg thuis
Daar stond een vreemde wagen
Op de oprit van het huis
Aan de kapstok hing een jekker
En boven, in zijn bed
Trof hij de dakbedekker
Hij dekte net Jeanet
Ontdaan en zeer geschrokken
Is hij zonder een woord
Onmiddellijk vertrokken
Ze heeft nooit meer iets gehoord
Jeanet zit nu vol spijt
Getekend door de tijd
In haar riante landhuis
Met de stilte om haar heen
Meteen de andere dag
Kreeg iedereen ontslag
Ze heeft nog een paar centen
Maar is moederziel alleen
Wat is nu de moraal
Van dit saillant verhaal
Wat is hier als het ware nou
Het leerzame aspect
Nou dames, opgelet
Wanneer uw dak soms lekt
Bel ons, wij komen langs
En repareren het perfect...
Oud tweeenveertig jaar
Kleur ogen: blauw en helder
Blondspoeling in haar haar
Is na haar eerste scheiding
Direct opnieuw getrouwd
Ze bracht hem in verleiding
Al was ie al wat oud
Hij zag in haar de lente
Compleet met ooievaar
Jeanet zag meer z'n centen
Champagne en kaviaar
Ze heeft zich uitgekleed en
Zag dat ie echt genoot
En voor ie het had geweten
Zat hij al in de boot
Jeanet zat op fluweel
Tenminste financieel
Ze had een limousine
En een huis met personeel
Ze had in haar systeem
Een onvoorzien probleem
En dat lag in het kort gezegd
Hoofdzakelijk seksueel
Haar nieuwe heer-gemaal
Was wel zeer muzikaal
Maar hij was volgens haar
Zo sensueel als een garnaal
Ze dacht al sinds een jaar
't Is geen geweldenaar
Als w'om ellef uur naar bed gaan
Is ie nooit voor zessen klaar
Nou kwam de warme bakker
Haast dagelijks aan de deur
Ze dacht: Die arme stakker
Leeft ook maar in een sleur
Zo hielp ze ook de slager
De jongen van de krant
En de tuinman en de jager
En de politiecommandant
Ook de pianostemmer
En toen het circus kwam
Stond ook de leeuwentemmer
Voor haar in vuur en vlam
Meneer De Bruin die werkte
En leefde zonder schroom
Waardoor ie niks bemerkte
Hij geloofde in zijn droom
Jeanet ging knap tekeer
Was dagelijks in de weer
Ze was en soort klaar-overtje
In het geslachtsverkeer
Ze stortte zich vol vuur
In elk nieuw avontuur
Maar 's avonds zat ze breiend
Met 'm bij het open vuur
Als hij behoefte had
Dan scrabbelden ze wat
Of speelden een spelletje
'Mens erger je niet'
Maar in het liefdesspel
Was hij niet meer in tel
En dat gaf hem af en toe wel eens
Een beetje stil verdriet
Jeanet de Bruin-Van Gelder
Tevreden met haar vangst
Ging rechtstreeks naar de kelder
Want eerlijk duurt het langst
't Geschiedde in die dagen
Meneer kwam eens vroeg thuis
Daar stond een vreemde wagen
Op de oprit van het huis
Aan de kapstok hing een jekker
En boven, in zijn bed
Trof hij de dakbedekker
Hij dekte net Jeanet
Ontdaan en zeer geschrokken
Is hij zonder een woord
Onmiddellijk vertrokken
Ze heeft nooit meer iets gehoord
Jeanet zit nu vol spijt
Getekend door de tijd
In haar riante landhuis
Met de stilte om haar heen
Meteen de andere dag
Kreeg iedereen ontslag
Ze heeft nog een paar centen
Maar is moederziel alleen
Wat is nu de moraal
Van dit saillant verhaal
Wat is hier als het ware nou
Het leerzame aspect
Nou dames, opgelet
Wanneer uw dak soms lekt
Bel ons, wij komen langs
En repareren het perfect...