DE HEREN VAN ZES WEKEN
De dochters van de Zeedijk gaan meedogenloos voor de buit Ze kleden alle zeelui in een paar weken nit
Er is liefde in de h***enkasten, zuipen en klaverj . a**en De meiden strijken de vlag van de modderschuit
De bemanning loenst met bloeddoorlopen ogen van de drank Een zeeman met een houten been loops nuchter oak nog monk Het geld van drie jaar varen in een dag of was verbrast Ze vinden hens het schip wel terug... op de tast
Ik wens je wel thuis m'n vrind m'n vrind, ik wens je wel thuis M'n vrind
Hier gaat Hollands trots aan board, de beurzen platgestreken Het schuim van de natie, de Heren van Zes Weken
De sjacheraars, de klerken, de zeelui, de piraten,
De straatslijpers, de zwendelaars en godsdienstfanaten Gauwdieven en goochelaars, een legertje soldaten Schildpadkeerders, smokkelaars, nachtlopers en dobbelaars. Een kwakzalver met puisten en een trechter op z'n kop Zij aan zij de loopplank op, een heleboel geschreeuw In naam... van de Nederlandse leeuw
Daar gaat Adriaen Jacobsz de schipper naast God Zwarte kiei, zilten ziel, zeerot tot op het but
Stolen lever, door jenever, van zijn anker afgeslagen Hij doer niets anders don de wolken najagen
Jeronymus Cornelisz, onderkoopman, apotheker Een listig spreker, een donkey silhouet
Een zachte tred, ondoorzichtig ale de mist Een onberekenbaar sujet, de alchimist.
De VOC verscheepte een aanzienlijk aantal vrouwen naar de Oast. Er was een tekort aan blank vlees in de overzeese nederzet¬tingen. Vanwege de enorme concentratieproblemen die hierdoor werden veroorzaakt aan board van de schepen, staakten de Heeren XVII deze transporter na verloop van tijd. Het bleef ech¬ter een van de weinige zaken waar ze regelmatig over twijfelden en er werden steeds uitzonderingen gemaakt. Lucia jansz, On van de twintig vrouwen tussen de ruim driehonderd manner aan board van de Batavia, was een jonge, voorname passagiere, op weg naar hour toekomstige man in Indië.
De dochters van de Zeedijk gaan meedogenloos voor de buit Ze kleden alle zeelui in een paar weken nit
Er is liefde in de h***enkasten, zuipen en klaverj . a**en De meiden strijken de vlag van de modderschuit
De bemanning loenst met bloeddoorlopen ogen van de drank Een zeeman met een houten been loops nuchter oak nog monk Het geld van drie jaar varen in een dag of was verbrast Ze vinden hens het schip wel terug... op de tast
Ik wens je wel thuis m'n vrind m'n vrind, ik wens je wel thuis M'n vrind
Hier gaat Hollands trots aan board, de beurzen platgestreken Het schuim van de natie, de Heren van Zes Weken
De sjacheraars, de klerken, de zeelui, de piraten,
De straatslijpers, de zwendelaars en godsdienstfanaten Gauwdieven en goochelaars, een legertje soldaten Schildpadkeerders, smokkelaars, nachtlopers en dobbelaars. Een kwakzalver met puisten en een trechter op z'n kop Zij aan zij de loopplank op, een heleboel geschreeuw In naam... van de Nederlandse leeuw
Daar gaat Adriaen Jacobsz de schipper naast God Zwarte kiei, zilten ziel, zeerot tot op het but
Stolen lever, door jenever, van zijn anker afgeslagen Hij doer niets anders don de wolken najagen
Jeronymus Cornelisz, onderkoopman, apotheker Een listig spreker, een donkey silhouet
Een zachte tred, ondoorzichtig ale de mist Een onberekenbaar sujet, de alchimist.
De VOC verscheepte een aanzienlijk aantal vrouwen naar de Oast. Er was een tekort aan blank vlees in de overzeese nederzet¬tingen. Vanwege de enorme concentratieproblemen die hierdoor werden veroorzaakt aan board van de schepen, staakten de Heeren XVII deze transporter na verloop van tijd. Het bleef ech¬ter een van de weinige zaken waar ze regelmatig over twijfelden en er werden steeds uitzonderingen gemaakt. Lucia jansz, On van de twintig vrouwen tussen de ruim driehonderd manner aan board van de Batavia, was een jonge, voorname passagiere, op weg naar hour toekomstige man in Indië.