Als de ochtend is geboren
En de haan kraait van de toren
U is thans een dag beschoren
Dat de zon een beetje schijnt
Klimt de hele stad zijn bed uit
Als het ware op een stoomfluit
Wat is d'r aan de hand
Kom, we motten naar het strand
Fiets of auto, step of brommer
't Kan niet bommen, maar ik kom er
Neem de schepjes opgelaaien
Want we gaan er pootje baaien
Rotterdam komt op de wielen
In een hele grote file
Waarin Ma haar angst belicht:
"Is de gaskraan nou wel dicht?"
refrain:
Mensen, mensen, wat een mensen
Met zijn allen op het strand
Mensen, mensen, wat een mensen
En het zonnetje dat brandt
Mensen, mensen, wat een mensen
In de auto straalt de hitte
Dat je haast niet meer kan zitten
En je kleren aan je klitten
Wijl de zon een beetje schijnt
Een agent van de bereden
Staat je in de rij te kneden
En je houdt je effen koest
Want je bent wat doorgeroest
En dan kom je bij het strand an
En daar is het al een moordpan
Stralend maak je vast wat foto's
Van de lange rijen auto's
Waar de meeuwen angstig schreeuwen
Lieve Heer laat het weer sneeuwen
Met je keel al in de brand
Stort je eindelijk in het zand
refrain
Heelhuids op het strand gekomen
Ga je heerlijk liggen dromen
Hoe je strakkies thuis moet komen
Als de zon al niet meer schijnt
En wat ligt daar in een hoekie
Zomaar topless zonder broekie
Een heer Heinz aus Wupperdal
Met z'n billen op een kwal
Kinderen, oma's, dames, heren
Liggen hier te recreƫren
Sidney komt aangedraven
Ik heb opa vast begraven
Vader gluurt over zijn broodzak
Naar een zeester zonder badpak
En een wesp op Ma d'r cake
Geeft gelijk een zonnesteek
refrain
Vader zont alleen zijn tenen
Ik mijn broek uit, ga toch henen
Schaamt zich voor zijn witte benen
Als het zonnetje eens schijnt
En Marietje is verdwenen
Loopt bescheurend hard te wenen
Maar het wordt weer opgelost
Via de politiepost
En de radio's die blaten
Op het strand stil en verlaten
Makelaars die zich vervelen
Bouwen hier hun zandkastelen
Maar het weer gaat naar de knoppen
Kijk, daar komen donderkoppen
Dus de dag die valt in puin
En ik ben nog steeds niet bruin
En de haan kraait van de toren
U is thans een dag beschoren
Dat de zon een beetje schijnt
Klimt de hele stad zijn bed uit
Als het ware op een stoomfluit
Wat is d'r aan de hand
Kom, we motten naar het strand
Fiets of auto, step of brommer
't Kan niet bommen, maar ik kom er
Neem de schepjes opgelaaien
Want we gaan er pootje baaien
Rotterdam komt op de wielen
In een hele grote file
Waarin Ma haar angst belicht:
"Is de gaskraan nou wel dicht?"
refrain:
Mensen, mensen, wat een mensen
Met zijn allen op het strand
Mensen, mensen, wat een mensen
En het zonnetje dat brandt
Mensen, mensen, wat een mensen
In de auto straalt de hitte
Dat je haast niet meer kan zitten
En je kleren aan je klitten
Wijl de zon een beetje schijnt
Een agent van de bereden
Staat je in de rij te kneden
En je houdt je effen koest
Want je bent wat doorgeroest
En dan kom je bij het strand an
En daar is het al een moordpan
Stralend maak je vast wat foto's
Van de lange rijen auto's
Waar de meeuwen angstig schreeuwen
Lieve Heer laat het weer sneeuwen
Met je keel al in de brand
Stort je eindelijk in het zand
refrain
Heelhuids op het strand gekomen
Ga je heerlijk liggen dromen
Hoe je strakkies thuis moet komen
Als de zon al niet meer schijnt
En wat ligt daar in een hoekie
Zomaar topless zonder broekie
Een heer Heinz aus Wupperdal
Met z'n billen op een kwal
Kinderen, oma's, dames, heren
Liggen hier te recreƫren
Sidney komt aangedraven
Ik heb opa vast begraven
Vader gluurt over zijn broodzak
Naar een zeester zonder badpak
En een wesp op Ma d'r cake
Geeft gelijk een zonnesteek
refrain
Vader zont alleen zijn tenen
Ik mijn broek uit, ga toch henen
Schaamt zich voor zijn witte benen
Als het zonnetje eens schijnt
En Marietje is verdwenen
Loopt bescheurend hard te wenen
Maar het wordt weer opgelost
Via de politiepost
En de radio's die blaten
Op het strand stil en verlaten
Makelaars die zich vervelen
Bouwen hier hun zandkastelen
Maar het weer gaat naar de knoppen
Kijk, daar komen donderkoppen
Dus de dag die valt in puin
En ik ben nog steeds niet bruin