't Is eindelijk een feit,
ik weet ik ben volwassen,
ik moet nu op gaan passen
met werk en geld en tijd.
De jaren zijn voorbij
van luieren en leren,
onschuldig potverteren,
beschonken zijn en blij.
Ik heb een vrouw, een kind,
een doel om voor te leven,
maar gisteren dacht ik even:
waar is mijn beste vrind?
Met wie ik indertijd
het leven attaqueerde
en Franse thema's leerde
en met dezelfde spijt
het meisje heb gekend
dat onze harten roofde
en zich daarna verloofde
met een derdejaars student.
Die jongen uit mijn klas
die ouder was in jaren
en daardoor meer ervaren,
van wie dat boekje was
dat later op een dag
door vader werd gevonden,
waarin die plaatjes stonden
waarop je alles zag.
De vriend die alle pret
en zorgen met me deelde,
de stoerheid die we speelden,
de eerste sigaret.
De eerste kuise zoen
gekregen van een meisje
in ruil voor 't choco-ijsje,
waarvoor ze het wel wou doen.
De vrienden uit die tijd,
waar zijn ze nu gebleven?
En soms denk ik wel even:
raakte ik mezelf soms kwijt?
De onschuld van een kind
alleen te zien wat waar is,
wat vriendschap voor elkaar is
terwijl je later vindt
dat alles anders is
dan vroeger in je dromen,
niets is ervan gekomen,
zo heb je je vergist.
Ook ik heb vroeg of laat
dat liedje wel gezongen
van beste brave jongen,
maar met een hart vol haat.
Waar zijn mijn vrienden heen
die ik moeiteloos vertrouwde,
op wie ik dromen bouwde?
Ik ben nu helaas alleen.
Omdat ik nu wel weet,
je kunt op niemand bouwen,
je kunt geen mens vertrouwen,
dus droom ik maar,
dus droom ik maar
en vergeet.
ik weet ik ben volwassen,
ik moet nu op gaan passen
met werk en geld en tijd.
De jaren zijn voorbij
van luieren en leren,
onschuldig potverteren,
beschonken zijn en blij.
Ik heb een vrouw, een kind,
een doel om voor te leven,
maar gisteren dacht ik even:
waar is mijn beste vrind?
Met wie ik indertijd
het leven attaqueerde
en Franse thema's leerde
en met dezelfde spijt
het meisje heb gekend
dat onze harten roofde
en zich daarna verloofde
met een derdejaars student.
Die jongen uit mijn klas
die ouder was in jaren
en daardoor meer ervaren,
van wie dat boekje was
dat later op een dag
door vader werd gevonden,
waarin die plaatjes stonden
waarop je alles zag.
De vriend die alle pret
en zorgen met me deelde,
de stoerheid die we speelden,
de eerste sigaret.
De eerste kuise zoen
gekregen van een meisje
in ruil voor 't choco-ijsje,
waarvoor ze het wel wou doen.
De vrienden uit die tijd,
waar zijn ze nu gebleven?
En soms denk ik wel even:
raakte ik mezelf soms kwijt?
De onschuld van een kind
alleen te zien wat waar is,
wat vriendschap voor elkaar is
terwijl je later vindt
dat alles anders is
dan vroeger in je dromen,
niets is ervan gekomen,
zo heb je je vergist.
Ook ik heb vroeg of laat
dat liedje wel gezongen
van beste brave jongen,
maar met een hart vol haat.
Waar zijn mijn vrienden heen
die ik moeiteloos vertrouwde,
op wie ik dromen bouwde?
Ik ben nu helaas alleen.
Omdat ik nu wel weet,
je kunt op niemand bouwen,
je kunt geen mens vertrouwen,
dus droom ik maar,
dus droom ik maar
en vergeet.