Ik kan zo plots ontwaken in het midden van de nacht
Dan ben ik op de benen voor een kip er al aan dacht
Ik kruip in m'n pijpen om me een beetje aan te kleden
En ik sluip dan op m'n tenen langs de trappen naar beneden
'k Ontsteek het lampje op onze TV
En maak me een kopje kamillebloemekesthee
Dan zweef ik door een ruimte vol maagdelijke zinnen
En krijg ik weer de neiging een nieuw liedje te beginnen
Ik neem m'n gitaar en ik tokkel heel zachtjes, ik kan het melodietje haast niet h***n
M'n jongste zus is pas verliefd en het zou toch zo een zonde zijn haar dromen nu te storen
Met m'n ogen op m'n neus en m'n baard in m'n handen
Zit ik zomaar wat te neuriën wijl ik peuter in m'n tanden
En plots duikt een kabouter uit het behangpapier
Hij loopt naar de ijskast, pakt een pintje bier
Verdwijnt door het sleutelgat van wip, één twee
Hij keert nog even terug en knikt 'santé'
Geen mens zal me geloven en ik ga maar weer naar boven
Ik kijk eens door het raam, de maan is witgekleurd
Ik gaap van de slaap en ik kruip weer in de tram
Van de zandman
Dan ben ik op de benen voor een kip er al aan dacht
Ik kruip in m'n pijpen om me een beetje aan te kleden
En ik sluip dan op m'n tenen langs de trappen naar beneden
'k Ontsteek het lampje op onze TV
En maak me een kopje kamillebloemekesthee
Dan zweef ik door een ruimte vol maagdelijke zinnen
En krijg ik weer de neiging een nieuw liedje te beginnen
Ik neem m'n gitaar en ik tokkel heel zachtjes, ik kan het melodietje haast niet h***n
M'n jongste zus is pas verliefd en het zou toch zo een zonde zijn haar dromen nu te storen
Met m'n ogen op m'n neus en m'n baard in m'n handen
Zit ik zomaar wat te neuriën wijl ik peuter in m'n tanden
En plots duikt een kabouter uit het behangpapier
Hij loopt naar de ijskast, pakt een pintje bier
Verdwijnt door het sleutelgat van wip, één twee
Hij keert nog even terug en knikt 'santé'
Geen mens zal me geloven en ik ga maar weer naar boven
Ik kijk eens door het raam, de maan is witgekleurd
Ik gaap van de slaap en ik kruip weer in de tram
Van de zandman