Lopen jongens, lopen jongens, 't is al kwart over zeven
Nee je hebt de tijd niet meer je vrouw een kus te geven,
want de bus staat vertrekkens klaar, het treinlicht springt op groen
en een marokaan duwt op de knop om de tramdeur dicht te doen
Zij die zich de luxe van een auto permitteren,
die zitten ook met de gebakken peren,
want reeds vanaan het randje van de stad,
steken ze met hun snuit in elkanders gat
Een aangestelde dienaar van de wet,
die zorgt voor het neusje van de pret,
hij stuurt met vaste hand en fiere kop
de sukkels van de regen in de drop
Nog net op tijd spoelen ze aan
Nu gauw hun werkpak aangedaan
Daar staan ze allemaal paraat,
verklaad als nummer of als automaat
De zon licht op de grond en er hangt spanning in de lucht
De wijzer is nu rond en daar begint de vlucht
De deuren vliegen open, iedereen mag los
De straat is volgelopen, 't lijkt wel net een mensenbos
en de gele konservedoos staat te bellen op haar spoor:
"laat me door, laat me door, of ik wordt boos!"
En de auto's worden woest van al dat rood
en langs de dakgoot van een flatgebouw,
stijgt een walm van grijs en grauw de hemel in
Hopen jongens, hopen jongens op een goeie ouwe dag,
dat je eindelijk eens rusten mag
En genieten van de lente
op de kosten van je rente
Maar dan is je lijntje al getrokken,
je hebt niks meer in de pap te brokken
Vóór je weet wat je overkomt,
lig je stuipje te trekken op de grond
Helaas, helaas ze hebben je te pakken,
met je handjes geklemd rond je fortuintje
waar je blijft me zitten in je zakken
Dankuwel
Nee je hebt de tijd niet meer je vrouw een kus te geven,
want de bus staat vertrekkens klaar, het treinlicht springt op groen
en een marokaan duwt op de knop om de tramdeur dicht te doen
Zij die zich de luxe van een auto permitteren,
die zitten ook met de gebakken peren,
want reeds vanaan het randje van de stad,
steken ze met hun snuit in elkanders gat
Een aangestelde dienaar van de wet,
die zorgt voor het neusje van de pret,
hij stuurt met vaste hand en fiere kop
de sukkels van de regen in de drop
Nog net op tijd spoelen ze aan
Nu gauw hun werkpak aangedaan
Daar staan ze allemaal paraat,
verklaad als nummer of als automaat
De zon licht op de grond en er hangt spanning in de lucht
De wijzer is nu rond en daar begint de vlucht
De deuren vliegen open, iedereen mag los
De straat is volgelopen, 't lijkt wel net een mensenbos
en de gele konservedoos staat te bellen op haar spoor:
"laat me door, laat me door, of ik wordt boos!"
En de auto's worden woest van al dat rood
en langs de dakgoot van een flatgebouw,
stijgt een walm van grijs en grauw de hemel in
Hopen jongens, hopen jongens op een goeie ouwe dag,
dat je eindelijk eens rusten mag
En genieten van de lente
op de kosten van je rente
Maar dan is je lijntje al getrokken,
je hebt niks meer in de pap te brokken
Vóór je weet wat je overkomt,
lig je stuipje te trekken op de grond
Helaas, helaas ze hebben je te pakken,
met je handjes geklemd rond je fortuintje
waar je blijft me zitten in je zakken
Dankuwel