Ik loop op mijn tenen door de wilgen heen
Door brandnetels, modder en klei
Ik hoop dat ik ergens een bordje zie
Maar die zijn er in de Biesbosch niet bij
Wat jammer nou van die bril van mij
Ik raak verdwaald in het griend
He, kwam er net een krokodil voorbij
Ik ben min zeven bijziend
refr.:
Wat is het klam, wat is het kil
Ik waad door slierten kikkerdril
Dat is de Biesbosch zonder bril
Alles is groen en alles is nat
En het steekt en het zuigt en het prikt
Alles is vuil en ik wil in bad
Bah, alweer een vette rups ingeslikt
refr.
Door brandnetels, modder en klei
Ik hoop dat ik ergens een bordje zie
Maar die zijn er in de Biesbosch niet bij
Wat jammer nou van die bril van mij
Ik raak verdwaald in het griend
He, kwam er net een krokodil voorbij
Ik ben min zeven bijziend
refr.:
Wat is het klam, wat is het kil
Ik waad door slierten kikkerdril
Dat is de Biesbosch zonder bril
Alles is groen en alles is nat
En het steekt en het zuigt en het prikt
Alles is vuil en ik wil in bad
Bah, alweer een vette rups ingeslikt
refr.