Ik wou dat je hart een kast was met een deurtje
En dat ik kon kijken in het interieurtje
Dan moest je oprecht zijn, goed of slecht, maar echt zijn
En dan zei je al gauw, als ik vroeg, ben je trouw
'n beetje, verliefd is iedereen wel eens, dat weet je
Je wilt verstandig zijn, maar dat vergeet je
Zodra je naar wat amor fluistert, luistert
Dan weet je, dat wordt weer net zoiets als Faust en Greetje
Met rendez-vous'tjes in een klein cafeetje
En slent'ren in de maneschijn
Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur
De nacht is blauw, je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw
'n beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje
Dat speet je, maar ach weet je, soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw
Maar toch ben ik blij dat mijn hart ook geen deur heeft
Want je weet nooit wat daar in het interieur leeft
Wel wil ik beloven, als we ons verloven
En je vraagt, ben je trouw, zeg ik nooit tegen jou
Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur
De nacht is blauw, je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw
'n beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje
Dat speet je, maar ach weet je, soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw
En dat ik kon kijken in het interieurtje
Dan moest je oprecht zijn, goed of slecht, maar echt zijn
En dan zei je al gauw, als ik vroeg, ben je trouw
'n beetje, verliefd is iedereen wel eens, dat weet je
Je wilt verstandig zijn, maar dat vergeet je
Zodra je naar wat amor fluistert, luistert
Dan weet je, dat wordt weer net zoiets als Faust en Greetje
Met rendez-vous'tjes in een klein cafeetje
En slent'ren in de maneschijn
Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur
De nacht is blauw, je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw
'n beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje
Dat speet je, maar ach weet je, soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw
Maar toch ben ik blij dat mijn hart ook geen deur heeft
Want je weet nooit wat daar in het interieur leeft
Wel wil ik beloven, als we ons verloven
En je vraagt, ben je trouw, zeg ik nooit tegen jou
Met rozengeur, en kussen bij het afscheid aan de deur
De nacht is blauw, je fluistert mond aan mond ik zweer je eeuwig trouw
'n beetje, verliefd was je wel meer, meneer, dat weet je
Je hart kwam wel eens meer op een ideetje
Dat speet je, maar ach weet je, soms vergeet je wel een beetje gauw je eedje van trouw