Als we gaan lopen tussen eik en Linde,
op een landweg van zand, klinkers of beton,
In ons hart brandt liefde vlammend en vurig
voor ons eigen, mooie Nederland.
Keerzang:
Kleurige heide, frisgroene weide,
Dat is ons mooie Nederland, houzee!
Kleurige heide, frisgroene weide,
Dat is ons mooie Nederland!
Door zon en regen op bevroren wegen,
Ons vaandel wappert fier in de wind.
Al is de tijd tegen, onze harten blijven gloeien,
We gaan door tegen de wind met vaste pas.
Keerzang:
Een roemrucht verleden, voor onze vrijheid werd gestreden,
op land en zeeën tegen vreemde dwingelandij.
Aan de Noordzee het land van de dijken,
blijven we eeuwig vechten tegen de zee.
Keerzang:
Onze afstamming onze taal,
wij zijn toch Nederlanders allemaal.
Van Vlaanderen tot in het Friezenland,
Want wij zijn kameraden bij het leven,
kameraden als het moet tot in de dood.
Keerzang: (2X)
op een landweg van zand, klinkers of beton,
In ons hart brandt liefde vlammend en vurig
voor ons eigen, mooie Nederland.
Keerzang:
Kleurige heide, frisgroene weide,
Dat is ons mooie Nederland, houzee!
Kleurige heide, frisgroene weide,
Dat is ons mooie Nederland!
Door zon en regen op bevroren wegen,
Ons vaandel wappert fier in de wind.
Al is de tijd tegen, onze harten blijven gloeien,
We gaan door tegen de wind met vaste pas.
Keerzang:
Een roemrucht verleden, voor onze vrijheid werd gestreden,
op land en zeeën tegen vreemde dwingelandij.
Aan de Noordzee het land van de dijken,
blijven we eeuwig vechten tegen de zee.
Keerzang:
Onze afstamming onze taal,
wij zijn toch Nederlanders allemaal.
Van Vlaanderen tot in het Friezenland,
Want wij zijn kameraden bij het leven,
kameraden als het moet tot in de dood.
Keerzang: (2X)