Toen ik een jaar of 15 was begon het leven
Er werd van alles in me wakker in die tijd
Het was een rusteloos verlangen naar een onbekend bestaan
En naar de liefde, naar een groots meeslepend iets
En ook al wist ik nog van niets ik ben er naar op zoek gegaan
Ik wou naar Lissabon, Parijs en Barcelona
Er moest een plek zijn waar er op me werd gewacht
'k wou net zo lopen als Cliff Richard, en een kuif als Bobby V,
en ongenaakbaar als Marlène Dietrich zijn
en heel ver weg gaan met de trein
op weg naar God mag weten wie
Een groot onstuitbaar verlangen
Hartstocht niks minder of meer
't hield me onwrikbaar gevangen
ik bleef verlangen, altijd weer
Ik zocht het heftigste, het hoogste en het mooiste...
vooral het mooiste...en dan ook nog voor altijd...
En ik keek steeds over de schouder
Van de vlam van dat moment
Die ik maar al te vaak versleet voor surrogaat
En dat dat diepe wonden slaat
Dat was me toen nog niet bekend
Ik heb de zon gekust en brandde dus mijn lippen,
Ik heb de maan gestreeld maar dat kon enkel 's nachts
En alle sterren die ik plukte
Die verbleekten na een uur
En de planeten bleken hooguit een symbool
Maar wat zich ergens ver verschool
Dat bleef een smeulend houtskoolvuur
Achter de horizon wacht er ook iemand
Op jou die begrijpt hoe verlaten je bent
Onder je huid wonen heimwee en hunkering
Naar een gevoel dat geen ander herkent
Een groot onstuitbaar verlangen
Hartstocht niks minder of meer
't hield me onwrikbaar gevangen
ik bleef verlangen, altijd weer
Er werd van alles in me wakker in die tijd
Het was een rusteloos verlangen naar een onbekend bestaan
En naar de liefde, naar een groots meeslepend iets
En ook al wist ik nog van niets ik ben er naar op zoek gegaan
Ik wou naar Lissabon, Parijs en Barcelona
Er moest een plek zijn waar er op me werd gewacht
'k wou net zo lopen als Cliff Richard, en een kuif als Bobby V,
en ongenaakbaar als Marlène Dietrich zijn
en heel ver weg gaan met de trein
op weg naar God mag weten wie
Een groot onstuitbaar verlangen
Hartstocht niks minder of meer
't hield me onwrikbaar gevangen
ik bleef verlangen, altijd weer
Ik zocht het heftigste, het hoogste en het mooiste...
vooral het mooiste...en dan ook nog voor altijd...
En ik keek steeds over de schouder
Van de vlam van dat moment
Die ik maar al te vaak versleet voor surrogaat
En dat dat diepe wonden slaat
Dat was me toen nog niet bekend
Ik heb de zon gekust en brandde dus mijn lippen,
Ik heb de maan gestreeld maar dat kon enkel 's nachts
En alle sterren die ik plukte
Die verbleekten na een uur
En de planeten bleken hooguit een symbool
Maar wat zich ergens ver verschool
Dat bleef een smeulend houtskoolvuur
Achter de horizon wacht er ook iemand
Op jou die begrijpt hoe verlaten je bent
Onder je huid wonen heimwee en hunkering
Naar een gevoel dat geen ander herkent
Een groot onstuitbaar verlangen
Hartstocht niks minder of meer
't hield me onwrikbaar gevangen
ik bleef verlangen, altijd weer