Mijn kinderen gaan naar school.
Ik smeer wat brood, ik doe een gymbroek in een tas.
En loop met ze mee.
Zoals elke morgen.
De schoolbel is gegaan.
Ik zie ze allemaal zo vrolijk binnen gaan.
Gauw een laatste zoen.
Zoals elke morgen.
Leeg is opeens het plein.
Ik hoor een duif ergens in de zonneschijn.
En ik loop weer naar huis.
Zoals elke morgen.
Refrein:
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd.
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
Alsof het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
De vuilnisman die fluit.
En in de straat laat een meneer zijn hondje uit.
De bakker bakt zijn brood.
Zoals elke morgen.
Iemand koopt een krant.
En bij de kapper komt de eerste klant.
De stad is weer ontwaakt.
Zoals elke morgen.
Refrein:
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd .
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
En het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
Wat een wanhoop.
Wat een tranen.
Je komt nooit meer terug.
Wat een radeloze strijd.
Je bent na al die tijd.
Voor eeuwig weggegaan.
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd.
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
En het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
Ik smeer wat brood, ik doe een gymbroek in een tas.
En loop met ze mee.
Zoals elke morgen.
De schoolbel is gegaan.
Ik zie ze allemaal zo vrolijk binnen gaan.
Gauw een laatste zoen.
Zoals elke morgen.
Leeg is opeens het plein.
Ik hoor een duif ergens in de zonneschijn.
En ik loop weer naar huis.
Zoals elke morgen.
Refrein:
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd.
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
Alsof het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
De vuilnisman die fluit.
En in de straat laat een meneer zijn hondje uit.
De bakker bakt zijn brood.
Zoals elke morgen.
Iemand koopt een krant.
En bij de kapper komt de eerste klant.
De stad is weer ontwaakt.
Zoals elke morgen.
Refrein:
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd .
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
En het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
Wat een wanhoop.
Wat een tranen.
Je komt nooit meer terug.
Wat een radeloze strijd.
Je bent na al die tijd.
Voor eeuwig weggegaan.
Wat een mooie dag.
Alsof er nooit iets is gebeurd.
Alsof de nacht niet heeft bestaan.
En het nooit donker is geweest.
Mooie nieuwe dag.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.
Ik voel de warmte van de zon.
Die toch is opgegaan.
Terwijl toch in het duister.
Mijn hele wereld is vergaan.