Laatste Dagen Van Een Oud Pantheon
Warmte van een stervende herfstzon beroert mijn geest
Dagen dwaalde ik in het duister woud
De dauw van donkere dagen verrijkt de grond,
en de zwarte kling van mijn zwaard
Ik aanschouw een ander domein dan hetgeen dat ik verliet, toen de donkere wolken van oorlog werden gedragen op de wind en aderen vervuld waren van strijdlust
Ginder trekt de mist over de velden maar de kraaien krassen niet
Langgelee toen oorlog riep zong de wind mijn naam
Nu streelt ze treurig mijn huid bevlekt van mijn wonden zo diep
Waar zijn de tempelen van mijn Goden uit de tijd dat de wereld ontsprong?
Waar zijn de graven van mijn broeders die ik begroef?
Ver weg klinkt een bel die nimmer over dit land weerklonk,
hebben wij ze niet allemaal tot stilte gebracht!
Reden wij voor niets uit naar de zon vervulde landen om het verval te stoppen?
Ik won vele slagen maar verloor ons volk in de grootste van allen,
de slag om haar geest?
Ik volgde de weg naar mijn burcht
Maar de oude tekenen die mijn poort sierden zijn bevuild met kruizen!
De burcht van mijn bloed verbrandt door heilig vuur!
De gevallen poorten werpen haar duister op mijn schild
Ik roep uit naar de oude geest van het woud, die mij kracht schonk in krijg, die mijn wijsheid schonk in vrede
Maar het woud antwoordt niet!
Langgelee toen oorlog riep zong de wind mijn naam
Nu streelt ze treurig mijn huid bevlekt van mijn wonden zo diep
Waar zijn de tempelen van mijn Goden uit de tijd dat de wereld ontsprong?
Waar zijn de graven van mijn broeders die ik begroef?
Eenmaal kleed ik me nog voor krijg
Als de strijd om geest en god is verloren,
is het beter te sterven in de strijd
Voort ga ik en voeg me bij mijn geesten en goden waarde de grond nog niet gewijd is
Hrodwitnir '97
[close]
Warmte van een stervende herfstzon beroert mijn geest
Dagen dwaalde ik in het duister woud
De dauw van donkere dagen verrijkt de grond,
en de zwarte kling van mijn zwaard
Ik aanschouw een ander domein dan hetgeen dat ik verliet, toen de donkere wolken van oorlog werden gedragen op de wind en aderen vervuld waren van strijdlust
Ginder trekt de mist over de velden maar de kraaien krassen niet
Langgelee toen oorlog riep zong de wind mijn naam
Nu streelt ze treurig mijn huid bevlekt van mijn wonden zo diep
Waar zijn de tempelen van mijn Goden uit de tijd dat de wereld ontsprong?
Waar zijn de graven van mijn broeders die ik begroef?
Ver weg klinkt een bel die nimmer over dit land weerklonk,
hebben wij ze niet allemaal tot stilte gebracht!
Reden wij voor niets uit naar de zon vervulde landen om het verval te stoppen?
Ik won vele slagen maar verloor ons volk in de grootste van allen,
de slag om haar geest?
Ik volgde de weg naar mijn burcht
Maar de oude tekenen die mijn poort sierden zijn bevuild met kruizen!
De burcht van mijn bloed verbrandt door heilig vuur!
De gevallen poorten werpen haar duister op mijn schild
Ik roep uit naar de oude geest van het woud, die mij kracht schonk in krijg, die mijn wijsheid schonk in vrede
Maar het woud antwoordt niet!
Langgelee toen oorlog riep zong de wind mijn naam
Nu streelt ze treurig mijn huid bevlekt van mijn wonden zo diep
Waar zijn de tempelen van mijn Goden uit de tijd dat de wereld ontsprong?
Waar zijn de graven van mijn broeders die ik begroef?
Eenmaal kleed ik me nog voor krijg
Als de strijd om geest en god is verloren,
is het beter te sterven in de strijd
Voort ga ik en voeg me bij mijn geesten en goden waarde de grond nog niet gewijd is
Hrodwitnir '97
[close]