De kinderen van de zee zijn alleen,
alleen met de wind, die niets te spelen vindt dan regen, sneeuw, grijze mist -
een meeuw die wegvliegt over zee.
Leeg is nu het strand waar ik sliep met jou.
Het water beweegt over het zand en jij wilde aan land, zo ver weg.
De kinderen van de zee waren heel alleen,
laten niets dan enkel wat verdriet,
dat pijn doet, vreemd, onbekend,
een lied dat aanvliegt over zee.
Zwart is nu de nacht en nergens een schim.
Je weet dat ik hier op je wacht en zeg je dan zo zacht,
ja nergens.
De kinderen van de zee zijn alleen,
alleen met de wind, die niets te spelen vindt dan regen, sneeuw, grijze mist -
een meeuw die wegvliegt over zee.
alleen met de wind, die niets te spelen vindt dan regen, sneeuw, grijze mist -
een meeuw die wegvliegt over zee.
Leeg is nu het strand waar ik sliep met jou.
Het water beweegt over het zand en jij wilde aan land, zo ver weg.
De kinderen van de zee waren heel alleen,
laten niets dan enkel wat verdriet,
dat pijn doet, vreemd, onbekend,
een lied dat aanvliegt over zee.
Zwart is nu de nacht en nergens een schim.
Je weet dat ik hier op je wacht en zeg je dan zo zacht,
ja nergens.
De kinderen van de zee zijn alleen,
alleen met de wind, die niets te spelen vindt dan regen, sneeuw, grijze mist -
een meeuw die wegvliegt over zee.