De één heeft dit, de ander dat, zo is het leven
Je moet niet zeuren, want daar schiet je niks mee op
Dat zegt m'n moeder, ze zegt: "Kind, da's een gegeven!"
Maar in de spiegel zie ik toch m'n eigen kop
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee
Soms zegt m'n vader: "Láát die spiegel toch, ga spélen"
Dan denk ik: Makk'lijk praten, jij wordt niet gepest
Want kijk: Die rotjongens, die roepen alsmaar: "Schele"
'k Heb slechte ogen, maar m'n oren die zijn best
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee
Die bril is nodig, maar ik kan 'm zo goed missen
Net als die beugel, ook al weet ik dat die móet
't Is reuze "leuk" als ze je nadoen met dat slissen
Dus je begrijpt dat ik vaak denk: Ik word niet goéd
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee
Je moet niet zeuren, want daar schiet je niks mee op
Dat zegt m'n moeder, ze zegt: "Kind, da's een gegeven!"
Maar in de spiegel zie ik toch m'n eigen kop
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee
Soms zegt m'n vader: "Láát die spiegel toch, ga spélen"
Dan denk ik: Makk'lijk praten, jij wordt niet gepest
Want kijk: Die rotjongens, die roepen alsmaar: "Schele"
'k Heb slechte ogen, maar m'n oren die zijn best
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee
Die bril is nodig, maar ik kan 'm zo goed missen
Net als die beugel, ook al weet ik dat die móet
't Is reuze "leuk" als ze je nadoen met dat slissen
Dus je begrijpt dat ik vaak denk: Ik word niet goéd
Ik heb een beugelbekkie voor m'n eigen bestwil
Da's goed voor later, oh, daar twijfel ik niet aan
En op m'n neus - die ook niet mooi is - staat die pestbril
Dus ga ik steeds opnieuw weer voor de spiegel staan
Dan denk ik: Maakt het nou wat uit hoe ik eruit zie
Dan denk ik: Ja natuurlijk en dan denk ik: Nee
Want zonder bril weet ik heel goed, dat ik geen fluit zie
En rare tanden krijgen, da's geen goed idee.
Oh nee