Wat zou ik graag iets maken van mijn leven
Er betekenis aan geven
Echt iets doen met mijn bestaan
Nou dat heb ik maar op mijn buik geschreven
Er is geen beginnen aan
Ik wil mijn tijd benutten maar ik zou niet weten hoe
Omdat dit lijf mij altijd tegenwerkt bij alles wat ik doe
Het krijgt het koud, raakt buiten adem
Het wordt hongerig of moe
En ik kom op zo'n manier haast nergens anders meer aan toe
Ik word voortdurend in de weg gezeten
Door dit lijf dat steeds moet eten net wanneer ik bezig ben
Het gaat ook altijd reutelen en zweten
Als ik twee minuten ren
Dan blijkt dat het een uurtje heeft gelegen
En dit lijf is uitgehegen
Een gewricht te zijn ontzet
Ik wil wel maar dit lijf kan nergens tegen
En moet steeds naar het toilet
Ik voel me lelijk opgezadeld met een lijf als dit
Die natte jas die veel te dun is en nergens lekker zit
Die slecht gevoerd is en omdat ie aan een stuk is vast gekit
Nooit meer uitgetrokken kan behalve het gebit
Die zak vol darmen, vol met wat er in het donker rot
Die weke biobak vol tandbederf, ontstekingen en snot
Van met achillespezen slordig bij elkaar gehouden bot
Bij het minste of geringste gaat dat pokkeding kapot
Hoe willen nou mijn vingers met z'n vijven
Als ze alle vijf verstijven als ik wanten voor ze brei
Het is hopeloos, het zal behelpen blijven
Met dat kolerelijf van mij
Dit lijf weet al mijn plannen dwars te bomen
Er is niets terecht gekomen van de dromen die ik had
Wat zou ik anders hebben ondernomen
Want ideeen heb ik zat
Met waardeloos gereedschap brouwt een vakman
Er tenslotte ook geen zak van al spant hij zich nog zo in
Zo wat heeft met zo'n zwakke gammel wrak dan al mijn zwoegen nog voor 'n
zin
Maar er is iemand die niet naar de onvolkomenheden kijkt
Bij wie dit lijf al is het maar voor even, minder kwetsbaar lijkt
En ik dit lijf soms even veel als deel van dat van haar ervaar
Daarom hou ik het maar heel, vaak heel dicht tegen dat van haar
Er betekenis aan geven
Echt iets doen met mijn bestaan
Nou dat heb ik maar op mijn buik geschreven
Er is geen beginnen aan
Ik wil mijn tijd benutten maar ik zou niet weten hoe
Omdat dit lijf mij altijd tegenwerkt bij alles wat ik doe
Het krijgt het koud, raakt buiten adem
Het wordt hongerig of moe
En ik kom op zo'n manier haast nergens anders meer aan toe
Ik word voortdurend in de weg gezeten
Door dit lijf dat steeds moet eten net wanneer ik bezig ben
Het gaat ook altijd reutelen en zweten
Als ik twee minuten ren
Dan blijkt dat het een uurtje heeft gelegen
En dit lijf is uitgehegen
Een gewricht te zijn ontzet
Ik wil wel maar dit lijf kan nergens tegen
En moet steeds naar het toilet
Ik voel me lelijk opgezadeld met een lijf als dit
Die natte jas die veel te dun is en nergens lekker zit
Die slecht gevoerd is en omdat ie aan een stuk is vast gekit
Nooit meer uitgetrokken kan behalve het gebit
Die zak vol darmen, vol met wat er in het donker rot
Die weke biobak vol tandbederf, ontstekingen en snot
Van met achillespezen slordig bij elkaar gehouden bot
Bij het minste of geringste gaat dat pokkeding kapot
Hoe willen nou mijn vingers met z'n vijven
Als ze alle vijf verstijven als ik wanten voor ze brei
Het is hopeloos, het zal behelpen blijven
Met dat kolerelijf van mij
Dit lijf weet al mijn plannen dwars te bomen
Er is niets terecht gekomen van de dromen die ik had
Wat zou ik anders hebben ondernomen
Want ideeen heb ik zat
Met waardeloos gereedschap brouwt een vakman
Er tenslotte ook geen zak van al spant hij zich nog zo in
Zo wat heeft met zo'n zwakke gammel wrak dan al mijn zwoegen nog voor 'n
zin
Maar er is iemand die niet naar de onvolkomenheden kijkt
Bij wie dit lijf al is het maar voor even, minder kwetsbaar lijkt
En ik dit lijf soms even veel als deel van dat van haar ervaar
Daarom hou ik het maar heel, vaak heel dicht tegen dat van haar