Ik liep een beetje door de stad,
ik had geen doel, ik deed maar wat,
en toen ineens, ik stond er weer,
als iedere keer.
Dat ouwe stukkie Amsterdam,
waar ik al duizend malen kwam,
en waar ik altijd weer zal zijn,
het Waterlooplein.
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.
Een vogelkooi, een manke stoel
Een naaimachine zonder spoel
Een oud bureau, 't kost bijna niets
Een roestige fiets
De koopman zegt 't is echt antiek
Je zeurt en pingelt om een piek
Zo hoort het ook, zo moet het zijn
Op 't Waterlooplein
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.
Een keulse pot, een kolenkit
Een steelpan waar een gat in zit
Een naakte etalagepop
Maar dan zonder kop
Die Amsterdamse rommelmarkt
Van alles bij elkaar geharkt
Een zooitje en toch is het fijn
Mijn Waterlooplein...
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.
ik had geen doel, ik deed maar wat,
en toen ineens, ik stond er weer,
als iedere keer.
Dat ouwe stukkie Amsterdam,
waar ik al duizend malen kwam,
en waar ik altijd weer zal zijn,
het Waterlooplein.
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.
Een vogelkooi, een manke stoel
Een naaimachine zonder spoel
Een oud bureau, 't kost bijna niets
Een roestige fiets
De koopman zegt 't is echt antiek
Je zeurt en pingelt om een piek
Zo hoort het ook, zo moet het zijn
Op 't Waterlooplein
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.
Een keulse pot, een kolenkit
Een steelpan waar een gat in zit
Een naakte etalagepop
Maar dan zonder kop
Die Amsterdamse rommelmarkt
Van alles bij elkaar geharkt
Een zooitje en toch is het fijn
Mijn Waterlooplein...
Oh Waterlooplein,
oh, Waterlooplein.
't Is mooi en lelijk tegelijk,
argmoedig en toch ook weer rijk,
't is weemoed met 'n scheutje gein,
het Waterlooplein.