Ik heb leren roeien
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi
de vriendschap, een vlot
dat moeizaam laveert
De liefde een eiland
waar mijn boot zich graag meert
Zit de wind al eens tegen
dan hou ik me schuil
Als hij draait dan beweeg ik
zet de spinaker uit
De zeilen weer bol nu
de koers pal op zuid
zo hou ik het vol
want ik raak weer vooruit
Ik heb leren roeien
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi
een zeemeermin heb ik
al vaker gehoord
want af en toe sprong er
een vrouw overboord
In hevige stormen
heb ik al gebeefd
naar vele oevers gezwommen
en steeds overleefd
Een stevige branding
sloeg me terug naar het land
Ik spoelde steeds aan op
een lief, gastbrij strand
want ik heb leren roeien
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi
de vriendschap, een vlot
dat moeizaam laveert
De liefde een eiland
waar mijn boot zich graag meert
Zit de wind al eens tegen
dan hou ik me schuil
Als hij draait dan beweeg ik
zet de spinaker uit
De zeilen weer bol nu
de koers pal op zuid
zo hou ik het vol
want ik raak weer vooruit
Ik heb leren roeien
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi
een zeemeermin heb ik
al vaker gehoord
want af en toe sprong er
een vrouw overboord
In hevige stormen
heb ik al gebeefd
naar vele oevers gezwommen
en steeds overleefd
Een stevige branding
sloeg me terug naar het land
Ik spoelde steeds aan op
een lief, gastbrij strand
want ik heb leren roeien
met riemen van stro
Ik vorder heel langzaam
maar traag is soms mooi