Hij loopt te zwerven door de straten
En heeft geen dak boven z'n hoofd
Hij zit wat in zich zelf te praten
Er is geen mens die hem gelooft
Ooit was hij in de stad het heertje
Bij wie toch altijd alles kon
Maar nu de tijden zijn veranderd
Vraagt hij zich steeds weer af waarom
Want toen hij geld had, had hij vrienden
Ze vonden hem een toffe peer
Maar toen hij alles was verloren en hij niets meer had
Zag hij niemand meer
Hij heeft nu niets meer weg te geven
Zo zijn de mensen, is het leven
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden
Want toen hij geld had, had hij vrienden
Ze vonden hem een toffe peer
Maar toen hij alles was verloren en hij niets meer had
Zag hij niemand meer
Hij heeft nu niets meer weg te geven
Zo zijn de mensen, is het leven
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden
En heeft geen dak boven z'n hoofd
Hij zit wat in zich zelf te praten
Er is geen mens die hem gelooft
Ooit was hij in de stad het heertje
Bij wie toch altijd alles kon
Maar nu de tijden zijn veranderd
Vraagt hij zich steeds weer af waarom
Want toen hij geld had, had hij vrienden
Ze vonden hem een toffe peer
Maar toen hij alles was verloren en hij niets meer had
Zag hij niemand meer
Hij heeft nu niets meer weg te geven
Zo zijn de mensen, is het leven
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden
Want toen hij geld had, had hij vrienden
Ze vonden hem een toffe peer
Maar toen hij alles was verloren en hij niets meer had
Zag hij niemand meer
Hij heeft nu niets meer weg te geven
Zo zijn de mensen, is het leven
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden
Niets kan hij nu nog aan zich binden
Maar toen hij geld had, had hij vrienden