Ze trekken over bergen,
doorkruisen de woestijn
of zwerven over zeeën,
om vrij te zijn.
Waar de oorlog teistert,
waar de honger woedt,
moeten ze uit huis vandaan
en zwerven dan voorgoed.
Die eeuwen door klinkt in de nacht,
steeds diezelfde bange klacht:
Waar is thuis?
Waar is thuis?
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Laat me niet verrekken,
pak me bij de hand
en we vinden misschien samen ooit
nog een beter land.
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Laat me niet verrekken,
pak me bij de hand
en we kijken misschien samen uit
op een beter land.
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Als je maar dichtbij blijft,
gaan we hand in hand
en zullen we de grens passeren van
een beter land.
doorkruisen de woestijn
of zwerven over zeeën,
om vrij te zijn.
Waar de oorlog teistert,
waar de honger woedt,
moeten ze uit huis vandaan
en zwerven dan voorgoed.
Die eeuwen door klinkt in de nacht,
steeds diezelfde bange klacht:
Waar is thuis?
Waar is thuis?
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Laat me niet verrekken,
pak me bij de hand
en we vinden misschien samen ooit
nog een beter land.
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Laat me niet verrekken,
pak me bij de hand
en we kijken misschien samen uit
op een beter land.
Iedereen blijft hopen,
dat hij nog een toekomst heeft.
Rust voor zijn vermoeide hoofd,
een plek waar hij in vrede leeft.
Als je maar dichtbij blijft,
gaan we hand in hand
en zullen we de grens passeren van
een beter land.