Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
zij bekronen je lieve gezicht.
Zij verzachten de sporen der jaren
na een leven van werken en plicht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
voor je rimpels van zorgen en pijn.
Ik wil trachten voor hen die ze dragen
altijd een bron van vreugde te zijn.
Voor de lieve oude mensen
met hun diep doorploegd gelaat,
heeft mijn hart een gastvrij deurtje
dat altijd open staat.
Omdat hen het harde leven
zowel leed als vreugde bracht
hebben zij nu grijze haren
en een blik zo wijs en zacht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
zij bekronen je lieve gezicht.
Zij verzachten de sporen der jaren
na een leven van werken en plicht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
voor je rimpels van zorgen en pijn.
Ik wil trachten voor hen die ze dragen
altijd een bron van vreugde te zijn.
zij bekronen je lieve gezicht.
Zij verzachten de sporen der jaren
na een leven van werken en plicht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
voor je rimpels van zorgen en pijn.
Ik wil trachten voor hen die ze dragen
altijd een bron van vreugde te zijn.
Voor de lieve oude mensen
met hun diep doorploegd gelaat,
heeft mijn hart een gastvrij deurtje
dat altijd open staat.
Omdat hen het harde leven
zowel leed als vreugde bracht
hebben zij nu grijze haren
en een blik zo wijs en zacht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
zij bekronen je lieve gezicht.
Zij verzachten de sporen der jaren
na een leven van werken en plicht.
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren,
voor je rimpels van zorgen en pijn.
Ik wil trachten voor hen die ze dragen
altijd een bron van vreugde te zijn.