- - (Intro) - -
Waar gaat de wereld, door ons naar toe.
De mens ontwricht wat door hem is gesticht.
Want wij ontsieren, door moord op dieren,
de scheppingswens: vrede voor dier, vrede voor mens.
Waar gaat de wereld door ons naar toe,
De mens maakt jacht op een dier z'n vacht.
En als een heiden, laat hij beesten lijden.
Gebruikt geweld voor rijkdom en geld en goede sier.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
_
Waar gaat de wereld door ons naar toe.
Een hond is trouw, aan de baas en z'n vrouw.
Hij wordt gevonden, aan een boom gebonden.
Hij was tot last, vakantie is iets waar hij niet in past.
Waar gaat de wereld door ons naar toe.
Een mensenhand stak een kat in brand.
Men stenigt paarden, waar zijn de waarden.
Men wil toch niet dat uit onze naam zoiets geschiedt.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
Waar gaat de wereld, door ons naar toe.
De mens ontwricht wat door hem is gesticht.
Want wij ontsieren, door moord op dieren,
de scheppingswens: vrede voor dier, vrede voor mens.
Waar gaat de wereld door ons naar toe,
De mens maakt jacht op een dier z'n vacht.
En als een heiden, laat hij beesten lijden.
Gebruikt geweld voor rijkdom en geld en goede sier.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
_
Waar gaat de wereld door ons naar toe.
Een hond is trouw, aan de baas en z'n vrouw.
Hij wordt gevonden, aan een boom gebonden.
Hij was tot last, vakantie is iets waar hij niet in past.
Waar gaat de wereld door ons naar toe.
Een mensenhand stak een kat in brand.
Men stenigt paarden, waar zijn de waarden.
Men wil toch niet dat uit onze naam zoiets geschiedt.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
Waarom toch kan niet de mens gewoon maar in vrede leven.
En waarom moet toch de mens gemeen en zelfzuchtig zijn.
Een dier heeft recht op 't leven dat hem is gegeven.
Zonder strijd, zo'n korte tijd, in eeuwigheid.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.
Waar gaat de wereld door ons toch naar toe.