ondanks haar teleurgestelde borsten
ligt ze languit op het strand, haar groene topje nonchalant onder haar boek.
hoewel ze daar koelbloedig ligt en moedig lacht met haar gezicht
kijken haar borsten nogal treurig uit hun tepels.
Terwijl ze traag een ijsje lepelt rijkt ze langzaam met haar hand naar haar topje dat haast brand onder haar dagboek in het zand waarin ze net heeft liggen lezen hoe blij ze was in het begin, ze schreef de hemel zij geprezen ik ben iemands vriendin!
Ze was daarvoor ook wel bemind maar nooit echt als een zielsverwant, maar als een domme debutant gaf ze haar hart als onderpand. Sinds vanmorgen is het over als vrienden uit elkaar gegaan. Ze denkt ik worstel en verover ik doe mijn topje maar weer aan. En als ze dan rechtop gaat staan is ze verrassend bruin verbrand.
En in verticale stand zijn zelfs zijn haar tieten weer charmant. Nu is niet voor een ander mooi maar voor zichzelf want ze staat er, en met beide handen gooit ze, haar dagboek in het water.
Want als je echt niet meer kunt winnen, moet je een goed verliezer zijn en doet het pijn om te beminnenn nou bemin je dan maar de pijn en laat ze zinken de verhalen van hoe we samen sliepen, laat het verdrinken. Laat het dalen in het diepe, in het diepe.
In het diepst van haar gedachten is ze een god, en met haar hand schept ze en schept zehet restant van haar dagboek weer aan land. Waar ze de doorgelopen woorden
rustig afdroogt en bewaard en met de mooiste slotaccoorden wegrijd op haar witte paard.
ligt ze languit op het strand, haar groene topje nonchalant onder haar boek.
hoewel ze daar koelbloedig ligt en moedig lacht met haar gezicht
kijken haar borsten nogal treurig uit hun tepels.
Terwijl ze traag een ijsje lepelt rijkt ze langzaam met haar hand naar haar topje dat haast brand onder haar dagboek in het zand waarin ze net heeft liggen lezen hoe blij ze was in het begin, ze schreef de hemel zij geprezen ik ben iemands vriendin!
Ze was daarvoor ook wel bemind maar nooit echt als een zielsverwant, maar als een domme debutant gaf ze haar hart als onderpand. Sinds vanmorgen is het over als vrienden uit elkaar gegaan. Ze denkt ik worstel en verover ik doe mijn topje maar weer aan. En als ze dan rechtop gaat staan is ze verrassend bruin verbrand.
En in verticale stand zijn zelfs zijn haar tieten weer charmant. Nu is niet voor een ander mooi maar voor zichzelf want ze staat er, en met beide handen gooit ze, haar dagboek in het water.
Want als je echt niet meer kunt winnen, moet je een goed verliezer zijn en doet het pijn om te beminnenn nou bemin je dan maar de pijn en laat ze zinken de verhalen van hoe we samen sliepen, laat het verdrinken. Laat het dalen in het diepe, in het diepe.
In het diepst van haar gedachten is ze een god, en met haar hand schept ze en schept zehet restant van haar dagboek weer aan land. Waar ze de doorgelopen woorden
rustig afdroogt en bewaard en met de mooiste slotaccoorden wegrijd op haar witte paard.