Ze zit al uren voor het raam
Staart naar de kinderen op het plein
Het dazelt tussen dag en donker
Wind speelt zacht met het gordijn
Een stapel kranten in de gang
De post al tijden niet geopend
De deur driedubbel in het slot
Maar toch is zij nu niet meer bang
Ze zit al dagen voor het raam
Er hangt een zwijgen in de lucht
De mensen lopen snel voorbij
En komen nog een stap terug
Naast haar staat
Het portet
Van een man
Uit de tijd
Toen hier nog
Stemmen klonken
Soms een lach soms een kreet van genot
Haar televisie sneeuwt en ruist
Weer komt de zon en gaat ze onder
De kat rent razend door het huis
Waanzinnig van de dorst en honger
Zo zit ze weken voor het raam
Er wordt gefluisterd bij de buren
Ze blijven nu in groepjes staan
Een vreemde geur kruipt door de muren
Niemand kent
Haar verhaal
Wie ze was
En hoe mooi
Hoe ze kuste
Graag en gretig
Met een lach of een kreet van genot
Het ruikt hier raar maar niet naar rozen (3x)
Staart naar de kinderen op het plein
Het dazelt tussen dag en donker
Wind speelt zacht met het gordijn
Een stapel kranten in de gang
De post al tijden niet geopend
De deur driedubbel in het slot
Maar toch is zij nu niet meer bang
Ze zit al dagen voor het raam
Er hangt een zwijgen in de lucht
De mensen lopen snel voorbij
En komen nog een stap terug
Naast haar staat
Het portet
Van een man
Uit de tijd
Toen hier nog
Stemmen klonken
Soms een lach soms een kreet van genot
Haar televisie sneeuwt en ruist
Weer komt de zon en gaat ze onder
De kat rent razend door het huis
Waanzinnig van de dorst en honger
Zo zit ze weken voor het raam
Er wordt gefluisterd bij de buren
Ze blijven nu in groepjes staan
Een vreemde geur kruipt door de muren
Niemand kent
Haar verhaal
Wie ze was
En hoe mooi
Hoe ze kuste
Graag en gretig
Met een lach of een kreet van genot
Het ruikt hier raar maar niet naar rozen (3x)