Aardige jongens Lyrics

We liepen door de stille straat naar het einde van de nacht.
De kroegen dicht dus de meisjes weg ,we konden nergens meer naar toe.
Beetje dronken en heel erg stoned,we hadden last van de slappe lach.
En we waren jong toen de dag begon.
We konden niet naar huis,nee we wilden niet naar huis,want onze vaders waren al opgestaan.
Met een trommel vol brood en een fles koude thee op weg naar de fabriek.
We gingen liever dood dan dat we ooit die zelfde weg op zouden gaan.
En we waren jong toen de dag begon.
En Leo nam een trip en nog een trip was op zoek naar het geluk.
De kooi van de enige leeuw in Tilburg's dierentuin,
Hij dacht dat hij met hem praten kon.
We hebben hem nooit meer terug gezien.
Dat wil zeggen niet aan een stuk.
Ach we waren jong toen de dag begon.
Peter met de baard en een bril was de geleerde van het hele stel.
Hij hoorde stemmen in zijn hoofd en had last van te veel weten.
Ging op de spoorlijn staan om de trein te stoppen.
Maar deze trein was veel te snel.
Ja we waren jong toen de dag begon.
Ach we dachten niet zo na en we keken niet vooruit.
Nee we wisten niet hoe of wat we zouden worden.
Misschien iets met muziek maar daar leeft een mens niet van.
En je moet toch voor je kinderen kunnen zorgen.
We waren jong toen de dag begon.
We waren een beweging en we werkten aan een andere betere wereld.
Maar er bewoog niet veel misschien alleen rook in de waterpijp.
De jongens waren aardige jongens maar bij lange na geen kerels.
Ach we waren jong toen de dag begon.
We waren jong toen de dag begon.
We waren jong toen de dag begon.
Ja we waren jong en de dag begon.