zeven motten in de mantel
Wiedele wintel wiedele wantel
zeven motten in de mantel van mijn vrouw nauw, nauw
Die twee grote zijn de ouders, en die wonen in de schouders
En de kindertjes die zitten in de mouw, jauw, jauw
En de kindertjes die zitten in de mouw, jauw, jauw
Boeremop zegt is het lekker
Morgen gaan we naar de jekker
Morgen gaan we naar de jekker van mijnheer, heer, heer
En dan krijgen we als toetje
Nog een heerlijk vilten hoedje
Nog een heerlijk vilten hoedje met een veer, veer, veer
Nog een heerlijk vilten hoedje met een veer, veer, veer
Eerst meer zoet die mouw opeten
En niet het manchetje niet vergeten
als die mouw op is dan zeg ik jullie vast
Mag je naar het motte schooltje
In het roze kamizooltje
Op het allerhoogste plankje van de kast, kast, kast
Op het allerhoogste plankje van de kast, kast, kast
Wiedele wintel wiedele mantel
zeven motten in de mantel
Dan gebeurt er een verschrikkelijke ramp, ramp, ramp
Want ze gaan de kleren luchten
En de motten moeten vluchten
En ze vluchten in de franje van de lamp, lamp, lamp
En ze vluchten in de franje van de lamp, lamp, lamp
Het kleinste motje zit te klagen
En om rib fluweel te vragen
Maar de vader zegt dan eindelijk toe slot, slot, slot
Blijf maar zitten eet maar franje
Anders komen ze weer aan je
Ja, zo is het leven en wat mot dat mot, mot, mot
Ja, zo is het leven en wat mot dat mot, mot, mot
Wiedele wintel wiedele wantel
zeven motten in de mantel van mijn vrouw nauw, nauw
Die twee grote zijn de ouders, en die wonen in de schouders
En de kindertjes die zitten in de mouw, jauw, jauw
En de kindertjes die zitten in de mouw, jauw, jauw
Boeremop zegt is het lekker
Morgen gaan we naar de jekker
Morgen gaan we naar de jekker van mijnheer, heer, heer
En dan krijgen we als toetje
Nog een heerlijk vilten hoedje
Nog een heerlijk vilten hoedje met een veer, veer, veer
Nog een heerlijk vilten hoedje met een veer, veer, veer
Eerst meer zoet die mouw opeten
En niet het manchetje niet vergeten
als die mouw op is dan zeg ik jullie vast
Mag je naar het motte schooltje
In het roze kamizooltje
Op het allerhoogste plankje van de kast, kast, kast
Op het allerhoogste plankje van de kast, kast, kast
Wiedele wintel wiedele mantel
zeven motten in de mantel
Dan gebeurt er een verschrikkelijke ramp, ramp, ramp
Want ze gaan de kleren luchten
En de motten moeten vluchten
En ze vluchten in de franje van de lamp, lamp, lamp
En ze vluchten in de franje van de lamp, lamp, lamp
Het kleinste motje zit te klagen
En om rib fluweel te vragen
Maar de vader zegt dan eindelijk toe slot, slot, slot
Blijf maar zitten eet maar franje
Anders komen ze weer aan je
Ja, zo is het leven en wat mot dat mot, mot, mot
Ja, zo is het leven en wat mot dat mot, mot, mot