Jij weet ergens in het zuiden een vervallen huis te staan
Aan het eind van een met wilde struiken dichtgegroeide laan
's Avonds komen daar zigeuners voor het gitarenfeest
Het schijnt dat Jimmy Hendrix er ooit nog eens is geweest
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
In de keuken staat Margaritha, een krom getrokken stronk
Maar wel de duende in haar strot die ongeschonden ronkt
Je hoeft daar niet te praten over God en het bestaan
Dat hebben 's nachts de snelle roffels en de gitaren al gedaan
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
Soms zijn er van die plekken waar het wonder woont
Waar de zwoele wind der tijden door je zielgat stroomt
Je hoeft je daar niet groot te maken, ze vragen niet naar wat je doet
Je leeft nu eenmaal op gebreken en de muziek maakt alles goed
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
Het is de zinder van het zuiden die in je sappen dringt
Het zweet van ruw verstoten mannen dat naar leven stinkt
Het is de kleur van avondbergen, die in de verte staan
Van wegen die geen einde kennen en dat je thuis komt in het gaan
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
Aan het eind van een met wilde struiken dichtgegroeide laan
's Avonds komen daar zigeuners voor het gitarenfeest
Het schijnt dat Jimmy Hendrix er ooit nog eens is geweest
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
In de keuken staat Margaritha, een krom getrokken stronk
Maar wel de duende in haar strot die ongeschonden ronkt
Je hoeft daar niet te praten over God en het bestaan
Dat hebben 's nachts de snelle roffels en de gitaren al gedaan
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
Soms zijn er van die plekken waar het wonder woont
Waar de zwoele wind der tijden door je zielgat stroomt
Je hoeft je daar niet groot te maken, ze vragen niet naar wat je doet
Je leeft nu eenmaal op gebreken en de muziek maakt alles goed
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan
Het is de zinder van het zuiden die in je sappen dringt
Het zweet van ruw verstoten mannen dat naar leven stinkt
Het is de kleur van avondbergen, die in de verte staan
Van wegen die geen einde kennen en dat je thuis komt in het gaan
We kunnen vanavond nog gaan rijden
Achter onze onrust aan
Over het asfalt glijden
En naar dat huis toe gaan