Tante Truus heeft memmen als meloenen wel zo groot
Twee heerlijk zachte kussens die aan velen slaapplaats bood
Maar kussens kunnen wapens zijn, wie had dat gedacht?
Ome ko lette niet goed op
En met z'n stomme kop
Liep hij tegen haar boezem op met volle kracht!
refrain:
Boem is ho, tuut tuut, zei tante Truus tegen ome Ko
In een daf, een lelijke eend, een volvo of een deuxchevaux
Boem is ho, tuut tuut, zei tante Truus tegen ome Ko
Ik zeg altijd maar zo: boem is ho.
Ome Ko heeft billen als meloenen wel zo rond,
Z'n broek hangt op half zeven, dus zie je zo z'n kont,
Maar die billen kunnen kussens zijn, wie had dat gedacht?
En op haar grote fiets, zag tante Truus weer niets
En reed zo die fietsklem in met volle kracht!
Twee heerlijk zachte kussens die aan velen slaapplaats bood
Maar kussens kunnen wapens zijn, wie had dat gedacht?
Ome ko lette niet goed op
En met z'n stomme kop
Liep hij tegen haar boezem op met volle kracht!
refrain:
Boem is ho, tuut tuut, zei tante Truus tegen ome Ko
In een daf, een lelijke eend, een volvo of een deuxchevaux
Boem is ho, tuut tuut, zei tante Truus tegen ome Ko
Ik zeg altijd maar zo: boem is ho.
Ome Ko heeft billen als meloenen wel zo rond,
Z'n broek hangt op half zeven, dus zie je zo z'n kont,
Maar die billen kunnen kussens zijn, wie had dat gedacht?
En op haar grote fiets, zag tante Truus weer niets
En reed zo die fietsklem in met volle kracht!