Dit is het lied van Zwarte Leentje
Die is gevonden langs de baan
Zij heb voor jaren in d'r eentje
Met paling op de markt gestaan
Zij was een meid om van te dromen
En ook van keurige komaf
En als die heer niet was gekomen
Dan lag ze nou niet in d'r graf
Want hij kwam eerst met rooie rozen
En een sigaartje voor d'r pa
En toen het kind begon te blozen
Bracht hij haar naar de opera
En toen haar pa nog zat te roken
Fluisterde hij iets in haar oor
Waardoor haar hart al was gebroken
Voordat ze ook haar eer verloor
En van het ene kwam het ander
En van het ander kwam een kind
Hij zei: "Het komt wel voor mekander
A's ik een mooie woning vindt"
Maar op een dag, wat viel te vrezen
Moest hij op reis en nam de trein
't Heb niet alleen zo moeten wezen
Maar het heeft ook zo moeten zijn
En het kwam gauw van kwaad tot erger
En 't kwam van erger tot de straat
Zij kon haar schande niet verbergen
En viel gedurig van de graat
Vorige week is ze gevonden
Met een rood sjaaltje om d'r nek
En in haar brief stond onomwonden:
"Toen Sjaak op reis ging wer' ik gek"
En de moraal van dit gebeuren
Al valt het, meisjes, u ook hard
Pas op voor duistere signeuren
Die u verleiden op de mar't
Want als de vogel is verzwonden
Komt gij al spoedig tot de val
En na de zoete smaak der zonde
Proeft gij de dood zijn bitt're gal
Die is gevonden langs de baan
Zij heb voor jaren in d'r eentje
Met paling op de markt gestaan
Zij was een meid om van te dromen
En ook van keurige komaf
En als die heer niet was gekomen
Dan lag ze nou niet in d'r graf
Want hij kwam eerst met rooie rozen
En een sigaartje voor d'r pa
En toen het kind begon te blozen
Bracht hij haar naar de opera
En toen haar pa nog zat te roken
Fluisterde hij iets in haar oor
Waardoor haar hart al was gebroken
Voordat ze ook haar eer verloor
En van het ene kwam het ander
En van het ander kwam een kind
Hij zei: "Het komt wel voor mekander
A's ik een mooie woning vindt"
Maar op een dag, wat viel te vrezen
Moest hij op reis en nam de trein
't Heb niet alleen zo moeten wezen
Maar het heeft ook zo moeten zijn
En het kwam gauw van kwaad tot erger
En 't kwam van erger tot de straat
Zij kon haar schande niet verbergen
En viel gedurig van de graat
Vorige week is ze gevonden
Met een rood sjaaltje om d'r nek
En in haar brief stond onomwonden:
"Toen Sjaak op reis ging wer' ik gek"
En de moraal van dit gebeuren
Al valt het, meisjes, u ook hard
Pas op voor duistere signeuren
Die u verleiden op de mar't
Want als de vogel is verzwonden
Komt gij al spoedig tot de val
En na de zoete smaak der zonde
Proeft gij de dood zijn bitt're gal