Niemand heeft je ooit gezien
maar toch ben je van mij.
Niemand heeft je ooit gezien
maar toch ben je bij mij.
Ik wist het allereerst van jouw bestaan.
Je bent vlakbij maar ver nog hier vandaan.
Niemand heeft je ooit gezien
maar toch ben je bij mij.
Hier onder mijn hart begint jouw leven,
hier onder mijn hart groeit het geluk.
Jouw jonge leven en mijn geluk.
Niemand heeft je ooit gezien
nog niemand die je kent.
Niemand weet of jij een jongen of een meisje bent.
Al is je vader ook een knappe man,
hier weet hij toch het fijne nog niet van.
Niemand heeft je ooit gezien, nog niemand die je kent.
Heel geduldig moet ik op je wachten.
Maar ik tel de dagen met een lach,
ja ik zal wachten maar met een lach.
Niemand heeft je stem gehoord, maar ik heb je verstaan.
Alles wat mij toebehoort dat is voor jouw bestaan.
Je brengt me onrust en je brengt me vree.
Maar wat je brengt daar heb ik vrede mee.
Nu zing ik nog eenmaal en dan moet je slapen gaan
maar toch ben je van mij.
Niemand heeft je ooit gezien
maar toch ben je bij mij.
Ik wist het allereerst van jouw bestaan.
Je bent vlakbij maar ver nog hier vandaan.
Niemand heeft je ooit gezien
maar toch ben je bij mij.
Hier onder mijn hart begint jouw leven,
hier onder mijn hart groeit het geluk.
Jouw jonge leven en mijn geluk.
Niemand heeft je ooit gezien
nog niemand die je kent.
Niemand weet of jij een jongen of een meisje bent.
Al is je vader ook een knappe man,
hier weet hij toch het fijne nog niet van.
Niemand heeft je ooit gezien, nog niemand die je kent.
Heel geduldig moet ik op je wachten.
Maar ik tel de dagen met een lach,
ja ik zal wachten maar met een lach.
Niemand heeft je stem gehoord, maar ik heb je verstaan.
Alles wat mij toebehoort dat is voor jouw bestaan.
Je brengt me onrust en je brengt me vree.
Maar wat je brengt daar heb ik vrede mee.
Nu zing ik nog eenmaal en dan moet je slapen gaan